De wilg
Symbiose (bescherming) dankzij de kernhoutrot schimmels
Over het hol zijn van vele wilgen kom je veel misverstanden tegen op internet. Hieronder staat er cursief eentje. “In theorie zijn holle bomen betere bomen dan massieve bomen. Toen in de jaren 70 er in Engeland een storm over het zuiden raasde, waren de meeste oude bomen die waren blijven staan hol van binnen. Het is ook bekend dat je een holle stalen buis minder makkelijk kunt buigen dan een massieve stalen buis. Zie hier een voordeel.” Klinkklare onzin natuurlijk.
Als je van het hout van de boom een plankje wilt maken, dan is kernhoutrot een ziekte. Bezien vanuit de boom of het ecosysteem is dit nog maar zeer de vraag. Voor een hoop andere organisme heeft deze kernhoutrot voordelen. In de holtes in de wilgen komt in de loop van het jaar veel stof en zand terecht, meegenomen door de wind. Samen met rottend plantenmateriaal in de herfst, zoals de vele boombladeren, ontstaat een voedselrijke plek waar allerlei zaden willen kiemen. Het aantal soorten wilde planten dat op de wilg groeit, loopt in de vele tientallen. Paardenbloemen, fluitenkruid, wilgenroosje, brandnetel, besdragende struiken zoals de vlier en de lijsterbes of zelfs hele bomen, zoals deze esdoorn op de afbeeldingen hieronder die langzaam maar zeker de arme wilg uit elkaar aan het drukken is. De wilg lijkt dus duidelijk ten onder aan zijn weerstandsgebrek tegen schimmels, maar wat is nu het echte verhaal omtrent kernhoutrot?
Kernhoutrot wordt veroorzaakt door een schimmel die via beschadigingen in wortels of bast de boom binnengaat of meelift op micro-organismen die op en rond de boom leven. Deze schimmels leven van het dode kernhout van de boom. Schimmelaantasting hoeft voor de boom niet dodelijk te zijn. De boom kan er zeer oud mee worden.
De evolutie heeft ervoor gezorgd dat de boom een natuurlijke afweer heeft tegen de schimmel die kernhoutrot veroorzaakt. Deze giftstoffen tegen de kernhoutschimmels zitten opgeslagen in het hout van de boom en zorgen ervoor dat er voor de schimmel een vijandig milieu ontstaat. Echter, de boom haalt uit het kernhout langzaam maar zeker deze gifstoffen stoffen terug om ze vervolgens te stoppen in het nog levende spinthout (recycling van nutriënten). Bij het verstrijken van de jaren wordt het kernhout dus een steeds minder vijandig milieu voor de kernhoutrotschimmel. Veel boomsoorten hebben zo hun eigen specifieke kernhoutrotschimmel die in staat is om in dit min of meer vijandige voedselarme milieu te leven. Deze specialisatie in milieu gaat zelfs zo ver dat de kernrotschimmel niet meer in het kernhout kan leven als de boom dood is. Alleen daarom al houdt de kernrotschimmel de boom graag in leven.
Schimmels die het kernhout aantasten hebben ook geen directe invloed op het metabolisme van de boom. Dit in tegenstelling tot vele andere schimmels die een voortdurende aanval uitoefenen op het afweermechanisme van de boom, waardoor de boom kan verzwakken. Als de boom dus wat te kiezen had, prefereerde hij kernhoutrotschimmel boven andere schimmels. En dat is nu exact ook wat er gebeurt.
De infectie
Bij boombeschadigingen zullen diverse schimmels de boom proberen te infecteren. De binnengedrongen schimmels beïnvloeden ook het micro-milieu in het hout en kunnen door deze beïnvloeding het hout ongeschikt maken/ vijandig maken voor concurrerende schimmels. En dat is nu net waar de boom op hoopt. Dat hij geïnfecteerd wordt door een kernhoutrotschimmels en dat de boom daardoor min of meer steriel wordt voor verdere infecties. De boom geeft kernhout als voedsel aan de schimmel en de schimmel geeft de boom “immuniteit” tegen verdere besmetting. Er is dus een samenlevingsvorm ontstaan – wie had dat gedacht als je die uitgeholde bomen zag staan- tussen de boom en de schimmel waar beide baat bij hebben. Kortom: mutualisme. Hieruit blijkt maar weer dat de natuur vaak anders in elkaar zit dan je in eerste instantie denkt.
In bovenstaande deel hebben we gezien hoe de wilg een aanvankelijk nadelige infectie heeft weten ombuigen tot een win-win situatie. Was dat al bijzonder, maar de kernhoutrot-ziekte blijkt nog meer voordelen te kunnen hebben voor zowel boom alsmede ecosysteem.
Vanwege het feit dat de boom al zijn belangrijke en schaarse nutriënten uit het kernhout recyclet richting het spinthout blijft er voor de kernhoutrotschimmels een wel erg nutriëntenarm milieu over.
Schimmeldraden of mycelia (foto links), gebundeld door een laagje koolstof. Symbiose met schimmels kan zorgen voor een lokaal zeer voedselrijk milieu waar vele organismen van kunnen profiteren en de biodiversiteit van het ecosysteem vergroten (foto rechts).
Schimmels hebben het vermogen nutriënten (anorganische voedingsstoffen) via de mycelium te vervoeren over grote afstanden. De schimmels kunnen op deze manier nutriënten vanuit de bodem de boom in (kernhout in) transporteren. Dit betekent dat de schimmel het inwendige van de boom, dus zijn eigen leefomgeving kan verrijken. In en rondom de stam heeft dus een concentratie van voedingsstoffen plaats. Voor de boom kan ook dit weer een gegeven van groot belang zijn. Er zijn vele observaties gedaan van de groei van wortels de holle boom in. Als de boom dan zijn wortels laat groeien in zijn eigen holle/rottende stam dan is hij in staat zijn eigen nutriënten te recyclen. Voor bomen die leven in een zeer voedselarme omgeving kan dit vermogen een zeer selectief voordeel bieden. Besmetting met de kernhoutrot schimmels kan in bepaalde milieus de overlevingskans van het individu vergroten.
Kernrot begint klein en breidt zich door de jaren heen in de stam naar boven en in de breedte uit. Als een boom eenmaal geïnfecteerd is, dan zal hij altijd geïnfecteerd blijven. Infectie kan al op jonge leeftijd plaatsvinden. De boom kan er heel oud mee worden, maar ook heel hol.