De lens
Dit thema gaat over zintuigen. Al onze zintuigen zijn gevoelig voor verschillende prikkels. Voor het waarnemen van geluidprikkels is een ander zintuig nodig dan voor het waarnemen van lichtprikkels of drukprikkels. Maar uiteindelijk doen alle zintuigen het zelfde. Informatieverstrekken uit de leefomgeving. Een intelligent organisme reageert doelgericht op deze prikkels. Zulke reacties op een prikkel noemen wij gedrag. Een schematische voorstelling van het opvangen van de prikkels tot het ontstaan van gedrag is hieronder te zien. Een belangrijk verwerkingscentrum van binnenkomende signalen is de hypothalamus. Het is de hypothalamus die de signalen verzamelt en de acties van het lichaam op deze prikkels organiseert.
Hoewel de mens vele zintuigen heeft, wordt in deze les alleen uitvoerig stil gestaan bij het meest complexe zintuig dat wij bezitten: het oog.
Oefen met de onderdelen van het oog kan heel goed op Bioplek.org.
In deze les komen twee reflexen van het oog aan bod: de pupilreflex en de scherpstelreflex (accomoderen)
De pupilreflex
De pupilreflex zorgt ervoor dat er niet teveel licht op het netvlies terecht komt, waardoor de lichtgevoelige cellen van het netvlies beschadigd kunnen raken. De pupilreflex wordt veroorzaakt door het samentrekken en ontspannen van de straalsgewijslopende spieren in de iris en de kringspieren in de iris. Het samentrekken en ontspannen van deze spiergroepen wordt geregeleerd door zenuwen van het automome zenuwstelsel. Het parasympatisch deel van het autonome zenuwstelsel heeft invloed op de kringspieren in de iris en zorgt voor een vernauwing van de pupil. Het orthosympatisch deel van het autonome zenuwstelsen heeft invloed op de contractie van de straalsgewijslopende spieren in de iris en zorgt dus voor verwijding van de pupil.Op de beste site van Nederland, Bioplek.org staat een perfecte animatie over de pupilreflex.
Je hebt in de hierboven staande illustratie kunnen zien dat door de pupilreflex de hoeveelheid binnenvallend licht in het oog min of meer constant wordt gehouden. Is de hoeveelheid licht te veel, dan zorgen de motorische zenuwen van het parasympatisch zenuwstelsel ervoor dat de kringspieren zich samentrekken en de motorische zenuwen van het orthosympatisch zenuwstelsel zorgen ervoor dat de kringspieren in de iris zich ontspannen. Bij te weinig licht op de zintuigcellen van het netvlies stimuleren de zenuwen van het orthosympatisch zenuwstelsel de straalsgewijs lopende spieren in de iris en ontspannen de kringspieren in de iris, waardoor de iris groeter wordt. Het stimuleren van de motorische zenuwen en het remmen van motorische zenuwen gebeurt door de schakelcellen in het ruggenmerg. In de hieronderstaande afbeelding is de pupilreflex bij te weinig licht weergegeven.
Een heel duidelijke korte film over de pupilreflex is hieronder te zien.
De scherpstelreflex (accomoderen)
Met de lens zorgt het oog ervoor dat er een scherp, omgekeerd beeld op het netvlies wordt geprojecteerd. De lens is flexibel en uit zichzelf bijna bolrond. Is een voorwerp dichtbij, dan heeft de lens deze bolronde vorm. De lens is dan geaccomodeerd. Staat een voorwerp op een grotere afstand, dan wordt de lens platter getrokken door de lensbandjes die op hun beurt weer worden strakgetrokken door de ontspannen spieren van het straalvormig lichaam. Het boller en platter worden van de lens gebeurt met behulp van een gekoppelde reflex. Later wordt deze gekoppelde reflex nog uitgelegd. Een goede animatie over het accomoderen van de lens is natuurlijk te vinden op bioplek.org.
Het gehele bovenstaande verhaal wordt hieronder in een video uitgelegd
De gekoppelde relex
In de oogspieren zitten rekzintuigen. Bij het bewegen van de ogen geven deze rekzintuigen informatie door naar het centrale zenuwstelsel (hersenstam) over de positie van de ogen. Het cetrale zenuwstelsel verwerkt de informatie van de rekzintuigen uit de oogspieren en leidt daaruit af hoe ver een voorwerp van het oog is verwijderd. Op basis van deze berekening ontvangen de kringsspieren van het straalvormig lichaam signalen om te ontspannen, of om juist samen te trekken. Zijn de ogen erg naar elkaar toe gedraaid, kijk je erg scheel, dan is het voorwerp dichtbij en zal door het samentrekken van het straalvormige lichaam de lens boller worden. Staan de ogen minder scheel, dus min of meer op de “rechtuit stand” dan krijgen de spieren van het straalvormige lichaam via het centrale zenuwstelsel de opdracht zich te ontspannen. Door het ontspannen van het straalvormig lichaam wordt de lens platgetrokken. Het boller en platter orden van de lens isnodig voor het vormen van een scherp beeld op het netvlies.
Hieronder kan je het werkblad nabijheidspunt downloaden.