Enkelvoudig of samengesteld blad
In afbeelding hieronder is een blad schematisch getekend. Een blad bestaat uit een bladsteel en een bladschijf. Met de bladsteel zit het blad aan de stengel vast. Het platte gedeelte van het blad heet de bladschijf. De vaatbundels van de stengel lopen via de bladsteel door tot in de bladschijf (zie afbeelding 14). In de bladschijf liggen de vaatbundels in nerven. De hoofdnerf loopt meestal in het midden van het blad. De aftakkingen van de hoofdnerf heten zijnerven. Deze vertakken zich tot steeds kleinere nerven. De nerven zorgen voor de stevigheid van het blad en voor het transport van water en voedingsstoffen. Al het materiaal dat tussen de nerven ligt, noemen we het bladmoes. Een blad waar geen bladmoes meer in zit, noemen we een bladskelet (zie afbeelding 16). Een bladskelet bestaat alleen uit nerven. Bladskeletten kun je in de herfst gemakkelijk vinden, bijv. tussen de afgevallen bladeren van bomen. In deze les ga je goed kijken naar de bladeren van de plant. Je leert of een plant enkelvoudige bladeren of samengestelde bladeren heeft. Maar laten we beginnen met de onderdelen van elk blad. Elk blad heeft de volgende onderdelen:
- Bladoksel
- Okselknop
- Bladsteel
- Bladschijf
Alle onderdelen van het blad kun je zien in onderstaande illustratie.
Eén blad kun je dus herkennen aan bovenstaande vier onderdelen. Soms echter zit de natuur ingewikkelder in elkaar dan je in eerste instantie zou denken. Bekijk de illustratie hieronder. Bedenk nogmaals dat één blad alle vier de onderdelen moet bezitten.
Als je goed naar de rechterafbeelding kijkt, dan kun je in deze illustratie alle vier de onderdelen zien. Er is één bladsteel, één bladoksel, éénokselknop en een aantal bladschijven. De illustratie rechts is dus één blad waar de bladschijf is samengesteld uit een aantal deelbladeren. De illustratie rechts is dus één samengesteld blad. De bladschijfjes noemen we dan deelbladeren.
Bij de illustratie links zie je dat elke bladschijf een okselknop heeft. En dus ook een bladoksel. De afbeelding links is dan ook een tak met tien blaadjes.
In de onderstaande video wordt het verschil tussen een enkelvoudigblad en een samengesteld blad nog eens haarfijn uitgelegd.
De functie van de bladeren. Alle organismen hebben voedsel nodig om in leven te blijven en om te groeien. Mensen en dieren voeden zich met delen van andere organismen. Als je bijvoorbeeld sla, een appel of jam eet, eet je voedsel dat afkomstig is van planten. Eet je bijvoorbeeld vlees, een ei of kaas, dan eet je voedsel dat afkomstig is van dieren. Het voedsel levert de stoffen waaruit je lichaam bestaat. Planten voeden zich niet met andere organismen. De stoffen waaruit een plant bestaat, worden door de plant zelf gemaakt. Vooral de bladeren spelen hierbij een belangrijke rol. De functie van de bladeren wordt vooral verricht door het bladmoes. In het bladmoes vindt namelijk fotosynthese plaats. Fotosynthese is ingewikkeld, maar heel belangrijk. Bij fotosynthese wordt de stof glucose gemaakt. Glucose is een belangrijke stof voor planten. Een plant maakt van glucose allerlei andere stoffen, onder andere de stoffen waaruit de plant bestaat. Hierbij zijn ook de voedingsstoffen nodig die de plant opneemt uit de bodem. Ook voor mensen en dieren is fotosynthese belangrijk. Vrijwel alles wat wij eten, komt uiteindelijk van planten af. Een stuk vlees bijvoorbeeld kan van een koe komen, maar die koe heeft gras gegeten. Een ei komt van een kip, maar die kip heeft maïs gegeten (zie afbeelding 18). Door de fotosynthese komt er steeds nieuw voedsel op aarde. Zonder fotosynthese zou het voedsel snel opraken. Alle organismen zouden dan sterven. Zo, je hebt nu voldoende kennis van de planten en hun bladeren om te beginnen aan de eindopdracht. Voor deze eindopdracht moet je bladeren verzamelen, ze natekenen en inplakken in een herbarium. De eindopdracht kan je hieronder downloaden.
Download hieronder de eindopdracht bladeren.