De fotosynthese is in 1779 ontdekt door de Nederlander Jan Ingenhousz. Jan had een spraakgebrek en een niet heel goed verhaal. Daarom is deze man helemaal vergeten. Het enige wat ons nog aan hem doet denken is een postzegel.
Koolstofassimilatie is het scheikundige proces waarbij groene planten uit 6 CO2, 6 H2O glucose maken met behulp van energie. Koolstofassimilatie wordt ook wel fotosynthese gemoemd. Het is een voopbeeld van opbouwstofwisseling. Er is energie voor nodig. De plant haalt deze energie uit het zonlicht.
Het synthetiseren van een glucosemolecuul uit zes koolstofdioxide moleculen en zes watermoleculen is een voorbeeld van opbouwstofwisseling of assimilatie. Hiervoor is energie nodig. Het universele betaalmiddel voor alle energiekostende processen in de cel is ATP. Ook voor de groene plant. In onderstaande illustratie kan je zien hoe de groene plant eerst het zonlicht gebruikt voor de productie van ATP en hoe de plant vervolgens het geproduceerde ATP gebruikt om glucose te maken.
Met behulp van het geproduceerde ATP kan de plant uit anaorganische stoffen het organische glucose maken. Een deel van deze glucose zal de plant direct gebruiken. Een deel van de glucose kan de plant opslaan. Zetmeel is de bekendste opslagvorm voor glucose. Zetmeel wordt opgeslagen in bladeren en wortels. Glucose kan ook in de vruchten van de plant worden opgeslagen.
In de film hieronder kan je de les zien die gaat over de koolstofassimilatie en de productie en gebruik van ATP bij het maken van glucose. De eerste video is geschikt voor havo-examenkandidaten. De tweede en derde video’s zijn hoofdzakelijk bedoeld voor vwo leerlingen
havo
vwo
https://www.youtube.com/watch?v=vwo