Inleiding in de ordening

Inleiding in de ordening

Ordening

Ordening is het indelen van een verzameling organismen op basis van de eigenschappen van de organismen.

Hieronder zie je een aantal illustraties. De bovenste twee illustraties maken een geordende indruk. De onderste twee maken een minder geordende indruk. De bovenste twee plaatjes maken een geordende indruk, omdat er producten bij elkaar zijn gestopt met veel overeenkomstige kenmerken. De slager heeft al het vlees bij bij elkaar gelegd. En het vlees van de diverse dieren (kippen, varkens, kalkoenen ) heeft de slager ook allemaal weer netjes bij elkaar gelegd. Het doosje met garen maakt ook een geordende indruk. Alle klosjes met dezelfde kleur zitten netjes bij elkaar. Kortom: producten met min of meer dezelfde eigenschappen liggen bij elkaar. We zeggen dan: het schap bij de slager en het doosje met garen zijn netjes geordend.

ordenenofnietordenen

De onderste twee illustraties komen niet erg geordend over. Dat komt doordat er geen producten bij elkaar liggen met min of meer dezelfde eigenschappen of functies. Mensen houden niet van een ongeordende wereld. We vinden dat dan al snel een zooitje en willen dan graag orde in de chaos scheppen. Deze drang tot orde heeft er voor gezorgd dat wetenschappers alle organismen op aarde hebben weten ordenen. Als je heel oppervlakkig naar alle organismen op aarde kijkt, dan kun je deze indelen in twee hoofdgroepen. Een organisme behoort tot de hoofdgroep der bacteriën, archaea of tot de hoofdgroep van de eukaryoten. In het domein van de eukaryoten onderscheiden we het rijk der dieren, het rijk de planten, het rijk der schimmels. In de rijken der dieren, planten en schimmels komen eencellige en meercellige organismen voor. Protisten zijn ééncellige diertjes met een celkern. Algen zijn ééncellige planten met een celwand, bladgroen en een vacuole. Gistcellen zijn ééncellige schimmels met een celwand, met een vacuole, maar zonder bladgroenkorrels. 

leven op aarde kopiren 

Micro-eigenschappen en macro-eigenschappen

Maar op basis van welke eigenschappen of kenmerken deel je de organismen in in één van deze hoofdgroepen of rijken? Om alle organismen te ordenen moet je op twee verschillende manieren naar de organismen kunnen kijken. Je kan naar uiterlijke kenmerken kijken die je met het blote oog kan waarnemen. Eigenschappen van een organisme die we met het blote oog kunnen waarnemen noemen we macro-eigenschappen. Soms zijn deze macro-eigenschappen niet voldoende om een organisme goed te ordenen. Je moet dan wat meer in detail gaan kijken, met de microscoop bijvoorbeeld, naar de eigenschappen van de cel. De eigenschappen van een organisme die we niet met het blote oog kunnen zien, waar we een microscoop voor nodig hebben, noemen we micro-eigenschappen van het organisme. 

Domeinen en rijken en eigenschappen 2

Het indelen van organismen in domeinen en rijken gebeurt op basis van de eigenschappen van de cellen waar deze organismen uit zijn opgebouwd. Deze cel eigenschappen zijn in de bovenstaande illustratie te zien. In het onderstaande schema zijn ook al deze celeigenschappen, of juist het ontbreken van deze eigenschappen weergegeven.

Overzicht celeigenschappen

Zoals je hierboven hebt kunnen lezen zijn alle organismen op basis van de eigenschappen van de cellen te ordenen in domeinen en rijken. Maar het is ook mogelijk om binnen de rijken verder te ordenen. Je ordent dan niet meer op basis van de cel eigenschappen maar op basis van de eigenschappen van het organisme. Je kijkt dan naar bouw van het organisme, levenswijze van het organisme of voedingswijze van het organisme. Tegenwoordig gebruiken wetenschappers ook het DNA uit de celkern om te bepalen wat de verwantschap van organismen is. Organisme in een rijk kan je verder indelen in Stam ( Afdeling), Klasse, Orde, Familie, Geslacht, Soort en ondersoort of ras. Deze volgorde van heel ruim en algemeen naar heel specifiekis moeilijk te onthouden. Behalve met het volgende zinnetje dan misschien: Alle Krasse Oudjes Fietsen Graag Snel. Snap je ‘m. Nee? Bekijk dan onderstaande afbeelding.

Ordenen

 Ordenen van de bruine beer 3

Deze indeling is weergegeven in onderstaande afbeelding. Organismen in de buitenste ringen hebben weinig onderlinge verwantschap. Meer naar binnen toe krijgen de afgebeelde organismen een steeds grotere onderlinge verwantschap. Deze verwantschap wordt bepaald door overeenkomstige (gezamenlijke) kenmerken van de betrokken organismen. Laten we eens kijken naar de eigenschappen op basis waarvan de verwantschap kan worden bepaald.

kenmerkende eigenschappen 4

 

 

 

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads