Het temperatuurcentrum in de hersenen krijgt via temperatuursensoren informatie over de temperatuur van het inwendig milieu. In het temperatuurcentrum wordt de gemeten temperatuur vergeleken met de ingestelde norm in het temperatuurcentrum. Als de gemeten temperatuur afwijkt van de norm, dan stuurt het temperatuurcentrum via motorische zenuwen bepaalde effectoren aan. De aangestuurde effectoren kunnen spieren of klieren zijn. Deze effectoren brengen de lichaamstemperatuur weer richting de ingestelde norm.