Het werkplan

Wetenschappelijk onderzoek (Mavo bovenbouw)

stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen

1 / 4

Koffie
Koffie wordt gemaakt van heet water en gemalen koffiebonen. Koffiebonen zijn zaden van de koffieplant die zijn gedroogd en gebrand. Koffie bevat cafeïne. De cafeïne heeft een opwekkend effect. De bloemen van een koffieplant hebben opvallende, witgekleurde kroonbladeren. Diep in de bloem zitten nectarklieren. Elke bloem bevat mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen. Na de bevruchting ontstaan er vruchten met elk twee zaden die na acht maanden rijp zijn. In die acht maanden verkleuren de vruchten van groen naar rood.

koffieplant

Koffie bevat het stimulerende middel cafeïne. Wie regelmatig te veel cafeïne binnenkrijgt, kan last krijgen van rusteloosheid waardoor het
moeilijk is om in slaap te vallen. Er wordt een ander onderzoek gedaan naar het effect van drank met cafeïne op de hoogte van de bloeddruk.
(2p)Schrijf een werkplan voor dit onderzoek.

2 / 4

Darmbacteriën
In het verteringskanaal leven nuttige bacteriën en schadelijke bacteriën. Nuttige bacteriën bevorderen een goede werking van de darmen. Schadelijke bacteriën kunnen ontstekingen veroorzaken, waardoor verschillende ziekten kunnen ontstaan.

Om schadelijke bacteriën in de darmen te bestrijden, kunnen antibiotica gebruikt worden. In voedingsmiddelen met veel vezels komen bepaalde koolhydraten voor
die samen als FOS aangeduid worden. Biologen vermoeden dat door FOS het aantal nuttige bacteriën in de darmen van muizen toeneemt. Ze doen een onderzoek om dit aan te tonen.
(3p)Schrijf een werkplan op voor dit onderzoek.

3 / 4

Onderzoek bij bastaardschorpioenen
Bastaardschorpioenen zijn spinachtige dieren die niet groter worden dan 4 mm. Bij de paring zet het mannetje een spermapakketje op de grond, terwijl hij een vrouwtje vasthoudt. Daarna neemt het vrouwtje het pakketje op met haar geslachtsorgaan. Maar soms neemt ze het pakketje niet op en loopt ze weg. Biologen willen weten of de vrouwtjes een
voorkeur hebben om steeds met hetzelfde mannetje te blijven paren of dat ze liever een ander mannetje kiezen. Ze doen een onderzoek.
Experiment A
Een mannetje paart met 52 vrouwtjes-bastaardschorpioenen. Alle vrouwtjes nemen een spermapakketje van het mannetje aan. Na de paring wordt het mannetje apart gezet. De vrouwtjes worden in twee groepen van 26 vrouwtjes verdeeld. Na een wachttijd van 1,5 uur wordt hetzelfde mannetje bij de vrouwtjes van groep 1 gezet. Bij de 26 vrouwtjes van groep 2 wordt een ander mannetje gezet. Er wordt in beide groepen geteld hoeveel vrouwtjes een spermapakketje aannemen.
Experiment B
Dit experiment wordt op bijna dezelfde manier gedaan als experiment A, alleen wachten de biologen nu 48 uur tot ze de tweede paring toestaan.De resultaten van beide experimenten zie je in onderstaande tabel.

schorpioen

(2p)Trek uit elke proef een conclusie.
Schrijf je antwoord zo op:
Conclusie uit experiment A: .........................................
Conclusie uit experiment B: .........................................

Een experiment bestaat uit een experimentele groep en een controle groep

4 / 4

Suiker tegen de pijn?
De meeste kinderen tot en met 4 jaar worden een aantal keer gevaccineerd. Ze zijn dan immuun voor twaalf ernstige infectieziekten. Veel kinderen huilen na de prik omdat ze schrikken of omdat ze de prik als pijnlijk ervaren.
Een van de ziekten waartegen kinderen worden gevaccineerd, is de bof. Veel kinderen huilen omdat de prik pijn doet. Artsen willen onderzoeken of de waarneming van pijn beïnvloed kan worden door het drinken van water met suiker. Ze verdelen kinderen die voor een vaccinatie komen, in twee groepen. De artsen geven één groep
kinderen vlak voor de vaccinatie water met suiker te drinken.

(1p)Wat geven de artsen aan de kinderen van de andere groep?

 

Your score is