NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test)

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z


Het bloed van de moeder bevat cellen en erfelijk materiaal afkomstig uit de placenta van het kind. Er wordt een kleine hoeveelheid bloed (meestal één of twee buisjes) afgenomen bij de moeder, meestal vanaf week 11 van de zwangerschap. Het bloed wordt in een laboratorium onderzocht. Het DNA van zowel de moeder als de placenta wordt uit het bloed gehaald en geanalyseerd. De test richt zich op het tellen van chromosomen. Het onderzoekt specifiek of er afwijkingen zijn in het aantal van bepaalde chromosomen, zoals: Trisomie 21 (syndroom van Down), Trisomie 18 (syndroom van Edwards) Trisomie 13 (syndroom van Patau). De NIPT-test is risicoloos.

NIPT