Monohybride kruisingen

Monohybride kruisingen

De cellen van de mens bevatten allemaal 46 chromosomen of 23 paar chromosomen. In de teelballen van de man en de eierstokken van de vrouw ontstaan uit deze cellen met 46 chromosomen door meiotische delingen de gameten. De gameten zijn de zaadcellen en eicellen. Door de meiotische delingen is in deze gameten de hoeveelheid erfelijk materiaal (chromosomen) gehalveerd. In de onderstaande afbeelding is te zien dat elk chromosoom van een chromosomenpaar netjes wordt verdeeld over de gameten. Elke zaadcel en elke eicel ontvangt exact één chromosoom van elk chromosomen paar. De erfelijke informatie in deze gameten is per gameet verschillend. Bij de productie van de zaadcellen en de eicellen kunnen de chromosomen op een bijna oneindig aantal manieren worden verdeeld over deze gameten.

productie van gameten

Als we de situatie extreem versimpelen en kijken naar één chromosomenpaar met maar één erfelijke eigenschap erop, dan is de verdeling van de chromosomen over de gameten niet meer oneindig, maar juist heel overzichtelijk. Als pa heterozygoot (Aa) is voor één erfelijke eigenschap dan kan hij voor wat betreft deze ene eigenschap feitelijk maar twee verschillende zaadcellen produceren. Één zaadcel met daarin het chromosoom met het dominante allel (A) en één zaadcel met daarin het chromosoom met het recessieve allel (a). Indien ma ook heterozygoot is voor deze eigenschap geldt voor haar exact hetzelfde. Ze kan één eicel maken met het dominante allel (A) en één met het recessieve allel (a). Als je naar één eigenschap kijkt op één chromosomenpaar dan zijn dit alle mogelijke verschillende opties.

Kruisingsschema

Maar wat betekent dit nu exact? Nou, als pa een zaadlozing krijgt komen er in één keer miljoenen zaadcellen vrij die allemaal zo snel mogelijk bij de eicel willen komen en deze bevruchten. Deze zaadcellen bevatten het dominante allel (A) of het recessieve allel (a). Welke zaadcel de winnende zal zijn weet je niet, maar beide hebben een even grote kans.

Betekenis 1

Bij moeder exact hetzelfde. Bij moeder komt één eicel vrij met het dominante allel (A) of één met het recessieve allel (a). Welke vrijkomt weet je niet, maar beide hebben een even grote kans. Kortom hoe het genotype van de baby eruit gaat zien is een kwestie van kansberekening. Kansberekenen doen we in de erfelijkheid met behulp van een kruisingsschema. Als je het kruisingsschema hierboven bestudeert dan zie je dat er een kans is van 1:4 dat er een kindje geboren wordt dat genetisch homozygoot dominant (AA) is. Dezelfde kans heeft een kind geboren te worden met een homozygoot recessief genotype. Alleen heterozygote (Aa) kinderen hebben een grotere kans om te ontstaan. Twee van de vier kinderen die geboren zullen worden hebben de kans heterozygoot te (Aa) te zijn.

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads