Wat is een voedselketen?
Een voedselketen is een keten van schakels die elkaar als voedsel gebruiken. De plant wordt gegeten door de rups. De rups wordt gegeten door de hoender en het hoentje wordt weer gegeten door de roofvogel. Alle schakels in zo’n keten hebben een naam en een duidelijke functie. Een voedselketen begint altijd met een plant. een ander woord voor plant is producent. Producenten worden gegeten door planteneters of met een andere naam consumenten van de eerste orde. Deze worden op hun beurt weer gegeten door vleeseters, of consumenten van de 2e orde. Een voedselketen eindigt altijd met een roofdier of top-predator. In de voedselketen van hieronder is deze toppredator een consument van de tweede orde.
De voedselketen hieronder bestaat uit vier schakels. Elke schakel bestaat uit een individu of groep dieren (een populatie). De deelnemers uit deze voedselketen zijn dan dus de tarweplant, het koolwitje, de kwartel, en de kerkuil. De rups is een fase uit het leven van de vlinder het koolwitje. In een voedselketen omschrijf je nooit delen van het individu, of bepaalde levensfasen van het individu.

Waar begint een voedselketen altijd mee?
Een voedselketen begint altijd met de groene planten of producenten. Deze producenten hebben een belangrijke rol in deze voedselketen. Ze zijn namelijk in staat om uit anorganische energiearme stoffen als koolstofdioxide en water een energierijke organische stof te produceren. In de fotosynthese produceren de producenten glucose. De energie in deze glucose is eigenlijk door de plant opgeslagen zonne-energie. De plant gebruikt deze glucose voor alle processen waar hij energie voor nodig heeft. Via vele omzettingen is de plant in staat om met behulp van deze glucose de gehele plant op te bouwen. Als de plant wordt gegeten door een planteneter gaat deze energie van de plant over naar de planteneter. De pijlen in de hierboven staande voedselketen stelt dan ook doorstroom van energie voor.

Waar gebruiken deze individuen of populaties de opgenomen energie voor?
Organismen die een ander organisme eten noemen we heterotroof. Voedend met behulp van een ander organisme. Als een organisme een ander organisme eet dan verhuist de energie van het ene organisme naar het andere. Alle cellen van de ontvanger zullen een deel van de opgenomen energierijke stof verbranden in de cellen. Met deze vrijgekomen energie kan het organisme dan bewegen en/of zichzelf op temperatuur houden. Maar niet alle opgenomen energierijke stof zal worden verbrand in de cellen. Een deel van deze opgenomen stoffen zal worden gebruikt om het eigen lichaam op te bouwen, dus te groeien, of zal worden gebruikt voor herstel van kapotte cellen.
Uitstroom van energie.
Jammer is alleen dat niet alle opgenomen energierijke stoffen kunnen worden gebruikt. Geen enkel organisme is namelijk in staat om 100% van het opgenomen voedsel te verteren. Hierdoor verdwijnen er energierijke stoffen uit de voedselketen. Een roofvogel kan niet alle botjes van zijn prooi verteren. Deze onverteerbare botten spuugt hij uit in de vorm van een braakbal. Andere onverteerbare organische stoffen zullen met de ontlasting het lichaam verlaten. Denk bijvoorbeeld aan de celwanden van de plantencellen die voor veel planteneters toch behoorlijk moeilijk te verteren is. De uitstroom van energierijke organische verbindingen is te zien in onderstaande afbeelding.

In elk ecosysteem verdwijnt er dus organische stof uit de voedselketen. Deze dode organismen of resten van organismen blijft op en in de bodem liggen. In de herfst is dat duidelijk te zien, wanneer de bodem van het bos is bedekt met een dikke laag afgevallen bladeren. Deze dode organische resten worden uit de natuur verwijderd door de reducenten. Bacteriƫn en schimmels zijn reducenten. De reducenten leven van de organische stoffen in deze dode organismen. De reducenten produceren water en koolstofdioxide en nog een aantal andere anorganische mineralen. Reducenten zetten organische stoffen (zoals glucose) om in anorganische stoffen. De producenten kunnen deze anorganische stoffen weer opnemen. Op deze manier is de kringloop gesloten. De kringloop van stoffen via producent, consument en reducent is hieronder te bestuderen.
