Het huis van de dieren

Het huis van de dieren

Biotische en abiotische invloeden

Organismen leven in een omgeving. In de ecologie bestuderen we de invloeden van de omgeving op het (gedrag) van het organisme. Deze invloeden kunnen komen uit de levende natuur, maar ook uit de niet levende natuur. Invloeden uit de levende natuur noemen we biotische invloeden. Invloeden uit de niet levende natuur noemen we abiotische invloeden. Het gedrag van de organismen wordt beïnvloedt door deze biotische- en abiotische invloeden. In de afbeelding hieronder is het huis van de koolmees te zien. Voedsel, vijanden, concurrenten en ziekteverwekkers zijn voorbeelden van biotische factoren die de koolmees beïnvloeden. Wind, aan- of afwezigheid van water, en de temperatuur zijn voorbeelden van abiotische factoren die het leven van de koolmees in dit ecosysteem beïnvloeden. Afhankelijk van de talenten van de vogel zal hij meer og minder moeite hebben met het trotseren van deze invloeden.

Ecosysteem Bos 2

Het Dynamische evenwicht tussen predator en prooi

In een ecosysteem houden predator en prooi elkaar in evenwicht. Maar het evenwicht is niet statisch met steeds dezelfde aantallen individuen per populatie, maar het evenwicht is dynamisch. Er zijn schommelingen in aantallen individuen per populatie rondom een evenwicht. In de afbeelding hieronder zijn deze schommelingen grafisch weergegeven. De rode lijn laat de schommeling zien van de konijnenpopulatie in de tijd en de blauwe lijn laat de schommeling van de vossenpopulatie in de tijd zien.

Predator prooi relatie

Predator-prooi grafiek

In bovenstaande grafiek vallen een aantal zaken op. Wat opvalt is dat de toppen van 1, altijd hoger zijn dan de toppen van 2. Er zijn dus altijd meer prooien dan predatoren. Wat verder opvalt is dat de toppen van de prooien eerder vallen dan de toppen van de predatoren. De vossen “volgen” dus de konijnen. Wat ook interessant is is het tijdsbestek tussen de toppen 1 en 2. Wat opvalt als je goed kijkt is dat in het traject tussen 1 en 2 de konijnpopulatie al aan het dalen is, terwijl de vossen nog wat groeien. Een afnemende konijnenpopulatie en een groeiende vossen populatie is vragen om ellende. In dit traject zal er voor de vossen een voedseltekort gaan ontstaan. Veel vossen zullen honger gaan leiden en sterven. Uiteindelijk zal ook de populatieomvang van de vossen door voedselgebrek afnemen.

Omdat de vossenpopulatie afneemt zal de predatiedruk op de konijnpopulatie afnemen. De konijnpopulatie zal gaan groeien. Dat gebeurt bij 3. Terwijl de konijnen aan het herstellen zijn heeft de predator-populatie het nog steeds zwaar en daalt nog even. Pas wanneer er weer een behoorlijke grote konijnenpopulatie is zal de vossenpopulatie groeien.

De groei van de konijnpopulatie en de vossenpopulatie is niet oneindig. Dit heeft te maken met de draagkracht van het gebied. De konijnen bijvoorbeeld worden niet alleen in toom gehouden door predatie, maar ook door het voedselaanbod en ziektes die zich vooral kunnen verspreiden in grote, dichte populaties.

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads