Haarvaten (capillairen) en gaswisseling.
Ons bloed stroom door drie soorten bloedvaten. Slagaders, aders en capillairen.
De bloedvaten takken bij het hart in een aantal hoofdstromen af en lopen vervolgens verder door het hele lichaam. Hoe verder ze van het lichaam afkomen, hoe fijnmaziger het netwerk van vaten wordt en hoe dunner de buizen worden. Uiteindelijk loopt het stelsel uit in een zeer fijn netwerk van haarvaten dat het hele lichaam omspant.Deze les gaat over de haarvaten en hun functie: afgifte van zuurstof en voedingsstoffen aan de weefsels en de opname door het bloed van koolstofdioxide en andere afvalstoffen uit dezelfde weefsels. In onderstaande video is te zien hoe het bloed door de capillairen stroomt en daar onder andere zuurstof en voedsel afgeeft aan het omliggende weefsel. Haarvaten fungeren dus als uitwisselingspunt. Ze bevinden zich aan de uiteinden van de grotere bloedvaten en komen uit in alle organen en weefsels van ons lichaam. Haarvaten zijn zo dun, eigenlijk nog dunner dan een haar, zodat rode bloedlichaampjes er alleen achter elkaar doorheen kunnen stromen. Om bloed bij de cellen van spieren en organen te krijgen, is het hart aangesloten op 100.000 kilometer bloedvaten.
Het bloed wordt door het hart met een hoop kracht het lichaam in gepompt. In de slagaderen veroorzaakt dat een zeer hoge druk. De hoogte van de bloeddruk wordt aangegeven in mm Hg (millimeter kwikdruk). De druk van het bloed tegen de wanden van de slagaders noemen we de bloeddruk. Als het bloed net uit de kamers de slagaders wordt ingepompt, is de bloeddruk het hoogst. Zo hoog zelfs dat de wanden van de slagaders moeten meerekken. Dit meerekken van de elastische slagaders kan je voelen. We noemen dat dan de “pols” Hoe verder het bloed van het hart afkomt, des te lager wordt de druk. In onderstaande illustraties zie je het drukverloop in het lichaam
Met simpele middelen is de bloeddruk in het lichaam te meten. In het kort komt het meten van de bloeddruk neer op het volgende: met een band knel je een slagader zo hard af, dat het bloed niet verder kan stromen in het bloedvat. Nu laat je langzaam de druk van de band af lopen. Er komt een moment dat de druk in het bloedvat, tijdens het samentrekken van de kamers, groter is dan de tegendruk van de band. Het bloed “schiet” dan tijdens de kamersystole even onder de band door, om vervolgens tijdens de kamerdiatole weer tegengehouden te worden. De aangegeven druk in de band is dan tevens de bovendruk van het bloed.
In onderstaande video wordt uitgelegd hoe te werken met de bloeddrukmeter.