Soepschildpad heeft het te warm
Soepschildpadden leven in gebieden rond de evenaar. Ze zijn van hun twintigste tot dertigste levensjaar geslachtsrijp. De paring van
soepschildpadden vindt plaats in de zee. Na de paring gaan de vrouwtjes terug naar het strand waar ze zelf uit het ei zijn gekomen. Ze leggen daar
meerdere keren per jaar ongeveer 75 eieren en bedekken die met zand. Nadat de jongen uit het ei zijn gekomen, rennen ze naar zee.
Bij soepschildpadden wordt het geslacht bepaald door de temperatuur van de eieren tijdens de ontwikkeling van het embryo. Bij hogere
temperaturen komen er vaker vrouwtjes uit de eieren, bij lagere temperaturen komen er vaker mannetjes uit de eieren.
Natuurbeschermers op het eiland Sint Eustatius doen onderzoek naar de gevolgen van het opwarmen van de aarde. Ze bepaalden de gemiddelde
temperatuur van het zand in de nesten. Dat deden ze aan de koele en aan de warme kant van het eiland, tijdens de koude periode en de warme
periode van het jaar. Ze bepaalden het percentage mannetjes en vrouwtjes uit verschillende nesten. In tabel 1 staan de resultaten.
De natuurbeschermers verwachten dat over 25 jaar de zandtemperatuur gemiddeld 5 graden hoger is dan nu. Veel dieren en planten zijn in staat
om zich door natuurlijke selectie aan te passen aan de opwarming. De natuurbeschermers denken dat soepschildpadden zich niet kunnen
aanpassen aan de opwarming van de aarde.
(1p)Wordt het geslacht van soepschildpadden volgens de informatie uit het onderzoek bepaald door een abiotische factor, door een biotische factor
of door beide?
In het ecosysteem staan alle individuen onder invloed van zowel biotische invloeden en abiotische invloeden. Invloeden uit het abiotische milieu zijn wind, water, temperatuur, grondsoort ed. Ze beïnvloeden het organisme, maar behoren niet tot de levende natuur.
Biotische invloeden komen uit de levende natuur. Denk aan vijanden, voedsel, parasieten ed.
In het ecosysteem staan alle individuen onder invloed van zowel biotische invloeden en abiotische invloeden. Invloeden uit het abiotische milieu zijn wind, water, temperatuur, grondsoort ed. Ze beïnvloeden het organisme, maar behoren niet tot de levende natuur.
Biotische invloeden komen uit de levende natuur. Denk aan vijanden, voedsel, parasieten ed.
Biotische invloeden komen uit de levende natuur. Denk aan vijanden, voedsel, parasieten ed.