Celorganellen
Celorganellen zijn de onderdelen van de cel. Hieronder zie je een aantal organellen van de cel. In de bijbehorende les worden de functies van deze organellen uitgelegd. Op de site van bioplek.org staat ook veel relevante informatie over de celorganellen als: Golgi, celmembraan, ER, celkern, Ribosomen en mitochondriën.
Organellen van de cel kan je misschien een beetje vergelijken met de organen in je lichaam. Ook de celorganellen hebben een specifieke functie. De meest belangrijke organellen van de cel én hun functies zijn hieronder beschreven. Een Plantaardigecel en een dierlijkecel met hun organellen zijn ook goed weergegeven in BiNaS
Eiwitproductie met behulp van het ruw endoplasmatischreticulum en de ribosomen
De ribosomen zorgen samen met het ruw endoplasmatisch reticulum (RER) en het Golgi-apparaat voor de productie en distrubutie van de eiwitten. Eiwitten worden, met behulp van de erfelijke informatie uit de celkern, door de ribosomen op het RER geproduceerd (1) en afgegeven in de holtes van het RER.
Eenmaal in de holtes van het RER worden de eiwitten een klein beetje gevouwen (3) en in blaasjes gestopt voor transport naar het Golgi-apparaat (4). Het Golgi-apparaat maakt van de ruwe eiwitten, functionerende eiwitten. In het Golgi-apparaat worden de eiwitten dus gebruiksklaar gemaakt. Ook geeft het Golgi-apparaat de eiwitten een bestemmingslabel. De in de cel geproduceerde eiwitten kunnen drie eindbestmmingen hebben. De eiwitten kunnen in het cytoplasma van de cel blijven. De geproduceerde eiwitten kunnen worden afgegeven buiten de cel. Denk aan de productie van hormonen en spijsverteringssappen. Ook kunnen de eiwitten terecht komen in de celmembraan van de cel die de eiwitten heeft geproduceerd. Deze eiwitten kunnen dan functioneren als receptoren voor hormonen of voor ionenkanaaltjes ed. Ook in BiNaS tabel 79D staat een deel van het eiwittransport door de cel duidelijk uitgelegd.
Een overzicht en tevens visualisatie van het proces van de eiwitsynthese is in onderstaande afbeelding duidelijk te zien. Het lichaam is in staat zeer veel eiwitten te produceren. Van deze eiwitten worden weer celorganellen gemaakt, van een verzameling van celorganellen weer cellen. Van veel cellen weer weefsels en van weefsels weer organen. Samenwerkende organen vormen orgaanstelsels en samenwerkende orgaanstelsels vormen weer een organisme. Geproduceerde eiwitten zijn dus de bouwstenen van het organisme. De genetische code voor alle eiwitten ligt staat op het DNA van de cel. Veilig opgeborgen in de celkern. Als de cel een eiwit wil produceren dan maakt de cel eerst een kopie van het betreffende stukje DNA (gen). Deze kopie heet m-RNA. Het m-RNA wordt de celkern uitgezonden en wordt opgepakt door de ribosomen. De eiwitsynthese kan dan starten
Vertering door lysosomen.
Lysosomen bevatten (spijsverterings)enzymen die in de cel zelf door het ER en het golgi-apparaat zijn gemaakt. Deze spijsverteringsenzymen zitten veilig opgesloten in blaasjes, de zogenaamde lysosomen. Doordat ze hier veilig in zitten opgeborgen kunnen de enzymen niet de organellen van de cel verteren. De lysosomen versmelten met de blaasjes met voedsel dat de cel opmeemt. Als de lysosomen versmelten breken de spijsverteringsenzymen in het lysosoom het voedsel af door hydrolyse, dit betekent dat er water verbruikt wordt bij dit afbraakproces. De voedigsstoffen worden door de lysosomen afgebroken tot de bouwstenen (aminozuren, glucose, vetzuren en glycerol) en kunnen vervolgens door de cel worden gebruikt.
Celorganellen hebben niet het eeuwige leven. celorganellen die versleten zijn en moeten worden afgebroken komen ook terecht in het lysosoom. Ook deze organellen worden vervolgens tot de bouwstenen afgebroken. Deze bouwstenen worden hergebruikt door de cel. organellen worden op deze manier gerecycled.
Mitochondriën
De mitochondriën zijn de energiecentrales van de cel. In de ribosomen wordt het voedsel met behulp van zuurstof verbrand. Deze verbranding vindt plaats op de binnenmembraan van het mitochondrium. Volgens een endosymbiosetheorie waren de mitochondriën ooit vrij levende bacterien die in een andere cel terecht zijn gekomen. Door deze gastcel zijn deze bactierien geknecht en omgevormd tot slaafje van de cel. De geknechte bacterie is in de loop van de evolutie getransormeerd tot mitochondrium en heeft veel functies verloren. Ook veel van zijn DNA heeft de geknechte bacterie af moeten staan aan de celkern van de gastheercel. Toch zit er nog een heel klein beetje DNA in het mitochondrium. Dit DNA zit daar om de snelheid van de verbranding in het mitochoindium te regelen. Bij de verbranding van voedsel, glucose, produceert het mitochondrium ATP voor de gastheercel. Dit ATP kan de cel gebruiken voor alle processen die energie kosten.
In de film hieronder kan je animaties bekijken over het Golgi-apparaat, de lysosomen en de mitochondrien
Een video-opname van de les die gegeven is over het Golgi-apparaat, lysosomen en endoplasmatisch reticulum is hieronder te bekijken.