Poep moet leven
Jeroen Helmer (projectmedewerker van ARK Rewilding) en Jelmer Buijs (landbouwkundige) onderzochten de poep van paarden en koeien in natuurgebieden. Soms bevat de poep van deze grote grazers resten van de ontwormingsmiddelen die ze als medicijn toegediend kregen. Dit heeft nadelige gevolgen voor de biodiversiteit in het natuurgebied.
In de poep (afbeelding 1) leven behalve bacteriën na een tijdje ook veel larven van mestkevers en strontvliegen. Die eten halfverteerde organische resten die nog in de poep zitten. Deze insecten trekken andere organismen aan, zoals slakken en padden, die weer een prooi vormen voor egels, vogels en dassen.
Afbeelding 2 is een schematische weergave van een kringloop van stoffen waarbij bacteriën, gras, mestkevers en runderen betrokken zijn. Elke pijl stelt het transport van
anorganische en/of organische stoffen voor.
Drie vakken zijn met de letters S, T en U aangegeven.
In die vakken moeten bacteriën, mestkevers en runderen ingevuld worden.
(2p)Schrijf de letters S, T en U onder elkaar en noteer de bijbehorende organismen erachter.
Een van de pijlen geeft het transport van alleen anorganische stoffen weer. Noteer het nummer van die pijl.
S zijn de consumenten, T zijn de geleedpotige die dood, afgestorven of uitgepoept organisch materiaal opruimen (de afvaleters (zie afbeelding hieronder)). U zijn de reducenten die dood organisch materiaal omzetten in anorganische stoffen die weer dienen als mineralen voor de planten
S zijn de consumenten, T zijn de geleedpotige die dood, afgestorven of uitgepoept organisch materiaal opruimen (de afvaleters (zie afbeelding hieronder)). U zijn de reducenten die dood organisch materiaal omzetten in anorganische stoffen die weer dienen als mineralen voor de planten