Het bloed

Deze les gaat over de bloedcellen, maar hij begint met een uitleg over de cellen waar de rode en witte bloedcellen uit onstaan zijn. Rode en witte bloedcellen onstaan uit zogenaamde pluripotente cellen die zich bevinden in het beenmerg van onze botten. In het eerste deel van deze les wordt het verschil uitgelegd tussen de pluripotente cel (stamcellen) waar ons bloed uit onstaat en de totipotente cellen.

Totipotentie (omnipotentie) van cellen is de mogelijkheid van één enkele cel om alle cellen te vormen die een individu bezit waaronder extra-embryonaal weefsel zoals de placenta door middel van gewone celdeling (mitose). Bij de mens zijn er meer dan 220 verschillende types cellen. Een totipotente cel is in de mogelijkheid om deze allemaal te vormen. Een voorbeeld van een totipotente cel is een zygote (de bevruchte eicel). Deze zal namelijk een geheel individu vormen. Tijdens de eerste week van de embryonale ontwikkeling van de mens vinden er in deze zygote klievingsdelingen plaats. Bij het ondergaan van deze klievingsdelingen ontstaat er uit de zygote een bolletje cellen (morula). Nog verder in de ontwikkeling is de zygote uitgegroeid tot een hol bolletje (blastula). Tijdens deze klievingsdelingen verliest de zygote zijn totipotente vermogens.

 compilatieembryoontwikkeling

Pluripotente stamcellen. De rode en witte bloedcellen ontstaan niet uit totipotente stamcellen. Rode en witte bloedcellen ontstaan uit pluripontente stamcellen. Deze cellen hebben nog wel het vermogen vele vormen aan te nemen, maar de mogelijkheden zijn niet meer onbeperkt zoals bij de totipotente stamcellen. In zekere mate is er bij de pluripotente stamcellen al sprake van een kleine specialisatie.

In het onderstaande filmpje is te zien, hoe uit pluripotente stamcellen in het beenmerg onder invloed van verschillende signaalstoffen uit verschillende weefsels (milieu-invloeden) de verschillende wittebloedcellen ontstaan. De vorming van de diverse bloedcellen uit een pluripotente stamcel gebeurt onder invloed van het epigenoom. De gevormde witte bloedcellen  gaan vervolgens via de bloedvaten het lichaam in. De diverse witte bloedcellen zijn te herkennen aan de vorm van de celkern. Deze kan rond, hoefijzervormig of gelobd zijn (zie ook BiNaS afbeelding hieronder).

Bloedcellenvorming

 bloedcellen in de weefsels 30

De rode en witte bloedcellen vervullen ieder specifieke taken in het lichaam. Zo zijn de rode bloedcellen onder andere betrokken bij het transport van zuurstof en koolstofdioxide. Zuurstof wordt opgenomen in de longen. In een zuurstofrijke omgeving nemen de rode bloedcellen zuurstof op en binden dat aan hemoglobine, een speciaal molecuul dat zich in de rode bloedcellen bevindt. Elk hemoglobine molecuul bevat 4 speciale bindplekken voor zuurstof. Rode bloedcellen hebben geen celkernen meer, omdat deze teveel plek in nemen. Zonder celkern kan de rode bloedcel meer hemoglobine vervoeren, dus meer zuurstof. Komt een rode bloedcel terecht in een zuurstofarme omgeving, waar ook nog een zure pH heerst en waar het relatief warm is, dan staat de rode bloedcel de in de longen opgenomen zuurstof met liefde af. Afgegeven zuurstof diffundeert vanuit het bloedbplasma richting de weefsels en cellen die deze zuurstof nodig hebben. 

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads