Het water
Het oppervlaktewater heeft veel te lijden onder de landbouwactiviteiten van de boer. Boeren bemesten hun land vaak aan het einde van een groeiperiode. De mest ligt dan gedurende de gehele winder op een stuk land, zonder planten die de mineralen uit de mest kunnen opnemen. Tijdens regenbuien komen veel mineralen in het grondwater terecht. Een deel van het grondwater zal terechtkomen in het oppervlakte water.
De sloten rondom het agrarisch land worden hierdoor rijk aan mineralen. Door de input van veel anorganische stoffen neemt in eerste instantie de algenpopulatie in het water extreem toe. Hierdoor raken gesloten systemen (geen input of output) uit evenwicht. Door de input van anorganische stof moet er een nieuw evenwicht ontstaan.
De invloed van deze abiotische factor kan bestudeerd worden op het niveau van het individu, maar ook op het niveau van het ecosysteem, bijvoorbeeld een sloot. In het eerste deel van deze les wordt de invloed van mineralen die door intensieve landbouw in het water terecht komen besproken. Uitspoelende mineralen komen via het regenwater in het grondwater en later in het oppervlaktewater terecht. Deze mineralen zijn voedsel voor de planten, waaronder de eencellige planten de algen.Teveel mineralen in het water noemen we eutrofiering. Het water is dan erg voedselrijk. In warme periodes van het jaar kunnen onder invloed van de grote hoeveelheden mineralen de algen in het oppervlaktewater explosief groeien. Er komt daardoor weinig zonlicht tot op de bodem. Hierdoor zullen de meercellige, aan de bodem verankerde planten spoedig sterven omdat de fotosynthese stopt. Deze meercellige planten zullen op de bodem gaan rotten. Reducenten in de bodem zullen deze afgestorven planten afbreken. Hierbij verbruiken ze echter zuurstof. Door het gebrek aan zuurstof zullen ook de vissen sterven. Ook deze zullen op de bodem door de reducenten worden afgebroken. Via een keten van schakels en invloeden zal overbemesting kunnen leiden tot dood water.