Begrippenlijsten

In deze lijst kun je alle begrippen vinden die voor het eindexamen relevant zijn. Alle begrippen zijn voorzien van een illustratie.

 

De weg die impulsen bij een reflex afleggen. Bestaat uit een receptor (zintuigcel), sensorische- en motorische zenuwen en een effector. Effectoren zijn in het lichaam van de mens altijd spieren of klieren. Voorbeelden van reflexbogen zijn het boller en platter worden van de ooglens en het verwijden en kleiner worden van de pupil bij veranderende lichtomstandigheden. Reflexbogen lopen buiten de grote hersenen om. Je wordt je niet bewust van deze reflex.