Temperatuursveranderingen kun je voelen door twee typen temperatuurreceptoren: de warmte- en de koudezintuigen. Wanneer je iets kouds vastpakt of aanraakt, staat de huid warmte af en wordt dat stukje huid kouder. Dat voel je met de koudezintuigen. De huid wordt warmer, wanneer hij warmte van de omgeving aanneemt, dat voel je met de warmtezintuigen. De temperatuurreceptoren zijn geen thermometers die absolute temperatuur meten, maar ze meten temperatuur verschillen.