Begrippenlijsten

In deze lijst kun je alle begrippen vinden die voor het eindexamen relevant zijn. Alle begrippen zijn voorzien van een illustratie.

 

De geslachtscellen (eicellen en zaadcellen). Gameten zijn altijd haploïde cellen. Gameten van de mens bevatten 23 strengen DNA. De zaadcellen van de man worden geproduceerd in de teelballen onder invloed van FSH. De eicellen van de vrouw worden geproduceerd in de ovaria (eierstokken). Ook onder invloed van FSH.