Begrippenlijsten

In deze lijst kun je alle begrippen vinden die voor het eindexamen relevant zijn. Alle begrippen zijn voorzien van een illustratie.

 

Het ademcentrum ligt in de hersenstam en regelt via motorische zenuwen de activiteit van de ademhalingsspieren. Het ademcentrum stuurt motorische spieren aan met behulp van autonome zenuwen. De ademfrequentie wordt geregeld buiten de wil om. Is de koolstofdioxide concentratie in het bloed hoger dan de gestelde norm in het ademcentrum dan zetten de motorische zenuwen de diverse spiergroepen aan tot verhoogde activiteit. Is de koolstofdioxide concentratie onder de norm, dan zal door de zenuwen de spieractiviteit worden geremd.