Als een voorwerp dichtbij het oog staat draaien de ogen naar elkaar toe om het beeld van beide ogen op de gele vlek te projecteren. Je kijkt scheel. Het naar elkaar draaien van de ogen heet convergeren. Bij het lezen van een boek staan de ogen geconvergeerd. Aan het convergeren is de accommodatie-reflex gekoppeld. Door deze accommodatie-reflex wordt de lens bol.