CRISPR wordt in de jaren tachtig voor het eerst aangetroffen bij bacteriën. Later blijkt het om een afweermechanisme tegen virussen te gaan. Geen overbodige luxe voor bacteriën: virussen vermoorden elke dag miljarden en miljarden bacteriën. In een ver evolutionair verleden ontwikkelen bacteriën een manier om zich daar tegen te beschermen. Het enzym Cas-9 functioneert dan als een soort schaar. Daar waar de crispr aangeeft knipt de Cas-9 het DNA in stukjes. Als Crispr en Cas9 gezamenlijk hun werk goed doen wordt het geinfecteerde virale DNA/RNA verwijderd (kapotgeknipt)
De wetenschappers Jennifer Doudna (Universiteit van Californië) en Emmanuelle Charpentier (Max Planck Institut Berlijn) ontdekten in het laboratorium dat ze dit afweermechanisme zelf konden modificeren door het Cas-9 enzym te voorzien van steeds andere nucleotidenvolgorde. Door het Cas-9 enzym te voorzien van gewenste stukjes DNA, zal het Cas-9 in het DNA op zoek gaan naar complementerende stukjes DNA en deze verwijderen. Hiermee is men nu dus in staat om op de nucleotide nauwkeurig een gen uit het DNA te verwijderen.