Het kopiëren/verdubbelen van het DNA voordat de cel zich gaat delen. Dit gebeurt in de S-fase van de interfase. Hierdoor krijgen de dochtercellen bij de mitose hetzelfde DNA als de moedercel waaruit ze zijn ontstaan. Aan het einde van de S-fase bevat een celkern 92 strengen DNA. DNA-polymerase is het enzym dat, met behulp van vele andere enzymen, het DNA kopieert.