Begrippenlijsten

In deze lijst kun je alle begrippen vinden die voor het eindexamen relevant zijn. Alle begrippen zijn voorzien van een illustratie.

 

Aders en slagaders waardoor het bloed stroomt. Bloedvaten zijn flexibel en glad van binnen. Er zijn aders, slagaders en haarvaten. Slagaders in de grote bloedsomloop vervoeren zuurstofrijk bloed naar de organen en weefsels. Aders vervoeren in de grote bloedsomloop zuurstofarm bloed weg van de weefsels en organen. In de dunste bloedvaten, de capillairen, vindt de uitwisseling van zuurstof en voeding plaats tussen het bloed en de weefsels.