Regeling

In dit thema leer je hoe je lichaam het inwendig milieu constant houdt met behulp van hormonen en zenuwen.

 

Waarnemen en reageren op prikkels.

De wereld om de organismen heen produceert prikkels. Geluid, licht, smaak, warmte, koude, druk, tast en pijn zijn prikkels die het uitwendig milieu, de omgeving, maakt. Het lichaam zelf produceert ook prikkels. In het lichaam zelf ontstaan ook drukprikkels, temperatuurprikkels en bijvoorbeeld rekprikkels. Een organisme moet wat met deze prikkels. Het organisme moet deze prikkels opvangen en reageren op deze prikkels. De reactie van een organisme op deze prikkels noemen we in de biologie het gedrag van het organisme.

transformatorofzintuigcelbegrip

Prikkels vanuit het uitwendig milieu en het inwendig milieu worden door zintuigcellen opgevangen. Soms zitten de zintuigcellen netjes in een speciaal daarvoor ontwikkeld orgaan. Denk aan je oog, neus of tong en soms zitten deze zintuigcellen heel onopvallend tussen de cellen van de weefsels. Zintuigcellen hebben maar één functie. Zintuigcellen zetten prikkels om in impulsen. Het lichaam is namelijk niet in staat prikkels te vervoeren, maar impulsen wel. Opgevangen prikkels worden door de zintuigcellen omgezet in impulsen. De geproduceerde impulsen worden via gevoelszenuwen(cellen) richting het centraal zenuwstelsel vervoerd. Ruggenmerg, hersenstam en de grote hersenen. Behoren tot het centraal zenuwstelsel.

inwendig en uitwendige prikkels kopiren

In het centraal zenuwstelsel worden de binnenkomende impulsen geanalyseerd en wordt het lichaam voorbereidt op een gepaste reactie. Vanuit het centraal zenuwstelsel worden via bewegingszenuwen spieren of klieren aangestuurd als reactie van het lichaam op de inwendige of uitwendige prikkel. Het organisme reageert bewust of onbewust op de ontvangen prikkel.

Waarneming met impulsen VERSIE 3