Ordening

In dit thema leer je op basis van cel eigenschappen organismen in te delen in groepen.

 

 

Bacterien.

Bacterien zijn echt overal om ons heen. Bacterien zijn de vuilnismannen van de natuur. In de natuur ruimen de bacterien, samen met de schimmels, alle dode organismen op. Zonder bacterien zouden dode planten en dieren voor altijd op de grond blijven liggen.

Bacterien zijn ééncellige organismen zonder celkern en met een celwand. Bacterien kunnen voor de mens nuttig zijn, omdat ze voedsel en medicijnen voor de mensen kunnen maken, maar vele bacterien noemen we schadelijk omdat ze mensen en dieren ziek kunnen maken en het voedsel van de mens doen bederven. Voedsel bestaat voornamenlijk uit dode organismen.

Bacterien zijn ééncellig, en dus met het blote oog niet te zien.  Eén bacterie is tussen 1/1000 millimeter  en  1/100 millimeter groot.

Bacterienendegrootte

Bacterievormengrootte

Een bacterie die terecht komt op een dood organisme zal zich snel gaan delen als de omstandigheden goed zijn. bacterien stellen dezelfde eisen aan hun omgeving als wij mensen. Om te kunnen leven hebben bacterien zuurstof nodig, een lekker temperatuurtje tussen de 20 en 50 graden, voedsel in de vorm van dode organismen en voldoende water. Als alle voorwaarde gunstig zijn kunnen bacterien zich snel delen en uitgroeien tot zichtbare stipjes (kolonies). Elke kolonie is dus ontstaan uit een bacterie.

Bacteriekolonies

Vorm van de bakteriekolonie

Een bacteriekolonie kan veel verschillende vormen aannemen. Soms kan aan de hand van de vorm van de kolonie bepaald worden om welke bacterie het gaat.

Er zijn enkele basis elementen waaraan je bacteriekoloniën kan herkennen:

-           Grootte (zeer klein, klein, middelgroot of groot)

-           Vorm (bijv. rond of onregelmatig)

-           Hoogte (bijv. laag, verhoogd, plat of bolvormig)

-           Rand (bijv. glad, grilling, gegolfd of harig)

-           Doorzichtigheid

-           Pigmentatie (kleur)

-           Geur

 

Bacteriekoloniemorfologie

Beweging bij bacterien

Koloniën van meer dan 5 millimeter, of koloniën met een onregelmatige vorm of rand bestaan vaak uit beweeglijke bacteriën. Bacteriën kunnen zich op verschillende manieren voortbewegen. Om in beweging te komen zijn hulpstukken nodig, zoals haarvormige structuren op het celoppervlak van de bacterie. Korte, dunne ‘haartjes’ die over het gehele oppervlakte van sommige bacteriesoorten aanwezig zijn, worden ook wel pili genoemd. Sommige bacteriesoorten hebben ook een enkele lange ‘staart’, die vaak dikker is dan de pili. Deze zweepachtige staart wordt ook wel een flagellum genoemd. Sommige bacteriën hebben een enkel flagellum, maar er zijn ook soorten met 2 flagella of zelfs meer. Zowel de pili als de flagella zijn opgebouwd uit eiwitten.

Bacteriemetzweepstaart

Bewegenmetenzonderstaart