Bacteriën.
Bacteriën zijn echt overal om ons heen. Bacteriën zijn de vuilnismannen van de natuur. In de natuur ruimen de bacteriën, samen met de schimmels, alle dode organismen op. Zonder bacteriën zouden dode planten en dieren voor altijd op de grond blijven liggen.
Bacteriën zijn eencellige organismen zonder celkern en met een celwand. Bacteriën kunnen voor de mens nuttig zijn, omdat ze voedsel en medicijnen voor de mensen kunnen maken, maar vele bacteriën noemen we schadelijk omdat ze mensen en dieren ziek kunnen maken en het voedsel van de mens doen bederven. Voedsel bestaat voornamelijk uit dode organismen.
Bacteriën zijn eencellige, en dus met het blote oog niet te zien.  Eén bacterie is tussen 1/1000 millimeter  en  1/100 millimeter groot.
Wat doen de bacteriën in de natuur?
Een bacterie die terecht komt op een dood organisme zal zich snel gaan delen als de omstandigheden goed zijn. bacteriën stellen dezelfde eisen aan hun omgeving als wij mensen. Om te kunnen leven hebben bacteriën zuurstof nodig, een lekker temperatuurtje tussen de 20 en 50 graden, voedsel in de vorm van dode organismen en voldoende water. Als alle voorwaarde gunstig zijn kunnen bacteriën zich snel delen en uitgroeien tot zichtbare stipjes (kolonies). Elke kolonie is dus ontstaan uit een bacterie.
Welke vormen en kleur kan een bacteriekolonie hebben?
Een bacteriekolonie kan veel verschillende vormen en kleuren aannemen. Soms kan aan de hand van de vorm van de kolonie bepaald worden om welke bacterie het gaat.

Hoe bewegen bacteriën?Â
Koloniën van meer dan 5 millimeter, of koloniën met een onregelmatige vorm of rand bestaan vaak uit beweeglijke bacteriën. Bacteriën kunnen zich op verschillende manieren voortbewegen. Om in beweging te komen zijn hulpstukken nodig, zoals haarvormige structuren op het celoppervlak van de bacterie. Korte, dunne ‘haartjes’ die over het gehele oppervlakte van sommige bacteriesoorten aanwezig zijn, worden ook wel pili genoemd. Sommige bacteriesoorten hebben ook een enkele lange ‘staart’, die vaak dikker is dan de pili. Deze zweepachtige staart wordt ook wel een flagellum genoemd. Sommige bacteriën hebben een enkel flagellum, maar er zijn ook soorten met 2 flagella of zelfs meer. Zowel de pili als de flagella zijn opgebouwd uit eiwitten.





