Voortplanting

In dit thema leer je op welke manieren organismen zich kunnen voortplanten en de rol van de hormonen bij de voortplanting.

 

Het voortplantingsstelsel van de man.

Teelballen en bijballen 2

In de teelballen van de man worden dagelijks miljoenen zaadcellen gemaakt. Een zaadcel bestaat uit een kop met daarin het erfelijk materiaal (DNA) van pa. Achter de kop van de zaadcel ligt een motortje. Het motortje drijft de zweepstaart aan. Met behulp van deze zweepstaart kan de zaadcel in het lichaam van de vrouw op zoek gaan naar de eicel die in de eileider ligt te wachten.
De zaadcellen worden geproduceerd in de teelballen van de man. Deze teelballen produceren “aan de lopende band” miljoenen zaadcellen. De geproduceerde zaadcellen worden roerloos opgeslagen in de bijballen. Zijn de teelballen de zaadcelfabrieken, dan zijn de bijballen het magazijn van de zaadcellen. De zaadcellen die opgeslagen liggen in deze bijballen worden voorzien van een zogenaamde THT-code (Tenminste Houdbaar Tot). Deze code zorgt ervoor dat er altijd alleen maar verse zaadcellen in de bijballen liggen te wachten. Worden deze zaadcellen te oud, omdat de jongen geen zaadlozing krijgt, dan worden de te oude zaadcellen netjes door het lichaam afgebroken.

Productie van zaadcellen 1

De zaadcellen worden gemaakt in de zaadbuisjes van de teelbal onder invloed van hormonen. Die zaadbuisjes liggen opgerold in de teelbal als een draad van een bolletje wol. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de teelbal volledig bestaat uit één lang opgerold zaadbuisje.

zaadcelproductie in zaadbuisje

Aan de rand van het zaadbuisje liggen cellen die zich regelmatig delen. Uit deze “zaadcelmoedercellen” ontwikkelen zich de zaadcellen. Hoe verder de ontwikkeling deze te dichter komt de zaadcel terecht bij het afvoerbuisje. Zijn de zaadcellen rijp, dan vallen ze in het afvoerbuisje en worden ze getransporteerd richting de bijballen en daar opgeslagen totdat de man een orgasme krijgt.

Geboren worden van de zaadcel

De zaadcellen ontstaan uit speciale kiemcellen die liggen aan de rand van het zaadbuisje. Deze kiemcellen kunnen zich delen en zich dan ontwikkelen tot de zaadcellen van de man. Om te voorkomen dat na verloop van jaren er geen kiemcellen meer over zouden zijn in dit zaadbuisje worden deze kiemcellen na elke deling weer aangevuld. Tijdens de laatste twee delingen worden de hoeveelheid chromosomen gehalveerd. Uiteindelijk ontstaan er (bij de mens) uit één kiemcel met 46 chromosomen vier zaadcellen met 23 chromosomen. Als deze zaadcel met 23 chromosomen dan versmelt met een eicel met 23 chromosomen ontstaat er uiteindelijk een nieuw organisme met weer 46 chromosomen in de kernen van zijn cellen.

voortplantingsstelsel van de man

Als de man een orgasme krijgt worden de zaadcellen de zaadleider ingeperst richting de zaadblaasjes. Op het moment dat het hele leger zaadcellen voorbij de zaadblaasjes komt voegen deze zaadblaasjes er heel snel een grote hoeveelheid vocht aan toe. Door dit vocht beginnen de zaadcellen te zwemmen. Ze worden dus eindelijk geactiveerd. Ook bevat het vocht uit de zaadblaasjes voedingsstoffen/brandstof voor het motortje van de zaadcel. Dankzij deze brandstof kan het motortje draaien en de zweepstaart doen bewegen waardoor de zaadcel zelfstandig kan zwemmen.