Stofwisseling

In dit thema leer je welke metabole processen er in organismen zijn en de rol van de enzymen hierin spelen.

 

Voortgezette assimilatie

Planten zijn in staat om in de fotosynthese glucose te produceren. De glucose die bij de koolstofassimilatie is gevormd, dient als grondstof voor de vorming van de meeste andere organische stoffen die de plant nodig heeft. De vorming van deze andere organische stoffen uit glucose noemen we voortgezette assimilatie. Bij voortgezette assimilatie bij autotrofe organismen kunnen uit glucose koolhydraten, eiwitten en vetten worden gevormd. Heterotrofe organisme kunnen in de voortgezette assimilatie uit glucose alleen maar koolhydraten en vetten worden gevormd. Voor voortgezette assimilatie heeft de plant energie nodig. Deze energie haalt de plant uit ATP.

Voortgezette assimilatie 

Glucose als bouwsteen voor de eiwitten en de vetten.

Glucose en eiwitten

Glucose is opgebouwd uit de elementen C, O en H. Eiwitten, en de bouwstenen de aminozuren, zijn opgebouwd uit veel meer elementen. In elk aminozuur zit naast C, O en H ook N. De plant moet dus voor de voortgezette assimilatie van aminozuren altijd mineralen uit de bodem opnemen. Een voedselarme bodem bevat voor planten niet de juiste mineralen om deze eiwitten te produceren. Een voedselarme bodem wordt dan ook door de landbouwer bemest met de mineralen die de plant nodig heeft. Door een gebrek aan mineralen zullen planten niet goed meer groeien en ziektes gaan vertonen.

Voedselarme en voedselrijke bodem