Nervatuur

In les 1 van de plantenlessen heb je geleerd dat de planten voor de fotosynthese water met de wortels opnemen en koolstofdioxide met de bladeren. Water en koolstofdioxide zijn in de bladeren nodig om met behulp van zonlicht glucose te maken. De plant moet dus een manier verzinnen om het water uit de bodem in de bladeren te krijgen. Planten hebben daar een mooi buizensysteem voor. Het buizensysteem waardoor het water van de wortels naar de bladeren wordt vervoerd noemen we vaatbundels. In de stengels kunnen we deze vaatbundels niet zien. In de hele dunne bladeren echter wel. Vaatbundels in de bladeren noemen we de bladnerven. Als in de herfst de bladeren van de bomen vallen, gaat het blad rotten. De bladnerven blijven echter lang goed. Wat er dan overblijft van het blad is het bladskelet. het bladskelet bestaat volledig uit bladnerf. In onderstaande foto zie je een bladskelet.

Bladskelet 

In de voorgaande lessen heb je de bladranden en bladvormen bekeken. In het plantenrijk is daar veel variatie in. In de nervatuur is niet zo heel veel variatie. Er zijn maar 5 basisvormen in alle bladeren te herkennen. In onderstaande foto zie je de vijf basisvormen nervatuur die er zijn.

 overzichtenechtblad2

 Hieronder staat een leuke video over de groei en ontwikkeling van het blad. Bladvorm, bladrand en nervatuur van het blad worden besproken.