Meiose

Meiose vindt alleen maar plaats in de teelballen van de man en de eierstokken van de vrouw. In de meiose ontstaat uit één moedercel met 46 chromosomen vierdochtercellen met elk 23 chromosomen. Door deze meiotische delingen ontstaan in het lichaam van de man dagelijks miljoenen zaadcellen en in het lichaam van de vrouw een keer per maand een eicel. Als de eicel en de zaadcel in de eileider versmelten ontstaat er weer een bevruchte eicel met het volledige pakket aan chromosomen. Een ander woord voor meiose is reductiedeling. In twee meiotische delingen wordt de hoeveelheid erfelijk materiaal gehalveerd. Gereduceerd.

delen van man en vrouw waar meiose plaatsvind kopiren

Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de mitose en de meiose. Een overeenkomst is dat de cel als voorbereiding op de celdeling zowel bij de mitose als bij de meiose eerst al de strengen DNA kopieert. Bij beide delingsprocessen ontstaan dus cellen die tijdelijk de dubbele hoeveelheid DNA bevatten. De verschillen tussen de mitose en de meiose zit in de hoeveelheid delingen en de hoeveelheid erfelijk materiaal dat de dochtercellen ontvangen. De meiose bestaat niet uit één deling maar uit twee delingen. De dochtercellen die ontstaan uit een mitotische deling bevatten evenveel erfelijk materiaal als de moedercel, terwijl de dochters uit de meiose het moeten doen met de halve hoeveelheid erfelijk materiaal.

Verschil mitose en meiose

Een cel die zich meiotisch wil gaan delen doet eigenlijk hetzelfde als een cel die zich mitotisch wil gaan delen. Als voorbereiding op de celdeling worden alle strengen DNA nauwkeurig gekopieerd. Aan het einde van dit kopieerproces zitten er dus 92 strengen DNA in de celkern. Ook nu blijven origineel en kopie netjes aan elkaar zitten. Net voordat de celkern zich wil gaan delen worden ook nu al deze draadjes DNA netjes geordend. 92 strengen DNA wikkelen zich netjes op tot 46 chromosomen.

meiose in detail

Deze 46 chromosomen zullen zich netjes paarsgewijs richting het midden van de cel verplaatsen. Ook nu zullen er trekdraden ontstaan. Aan elk chromosoom komt een trekdraad te zitten. Wanneer de trekdraden gaan trekken begint de eerste meiotische deling. Na deze eerste deling ontvangt elke dochtercel in totaal 23 chromosomen bestaande uit 46 strengen opgerold DNA.
Maar de meiose bestaat uit twee delingen. De twee ontstane dochtercellen ondergaan beide een tweede deling. De 23 chromosomen verplaatsen zich weer naar het midden van de cel en weer ontstaan de trekdraden. Elk chromosoom ontvangt nu twee trekdraden. Als nu deze trekdraden beginnen te trekken worden de 23 chromosomen uit elkaar getrokken. Elke dochtercel ontvangt dus feitelijk 23 halve chromosomen. Realiseer je dat één half chromosoom bestaat uit één opgerolde streng DNA. Elk van de vier dochtercellen die ontstaat na deze tweede meiotische deling heeft dan dus 23 strengen DNA ontvangen. De hoeveelheid DNA is in deze cellen gehalveerd. Gereduceerd van 46 strengen naar 23 strengen.

Een video over de meiose met een hele hoop bolletjes wol is hiernaast te zien. Veel moeilijke termen zijn weggelaten. Goed is te zien hoe de chromosomen bewegen en verdwijnen.

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads