Landbouw in Nederland (vroeger en nu)

Landbouw in Nederland (vroeger en nu)

Natuurinclusieve landbouw

De term natuurinclusieve landbouw wordt recentelijk veel gebruikt in het streven om de voedselproductie minder belastend en omgevingsvriendelijker te maken. Kern van natuurinclusieve landbouw is dat de landbouw wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem en niet als een voedselfabriek.

Kernelementen natuurinclusieve landbouw

Natuurinclusieve landbouw moet leiden naar een landbouw die hoogwaardig en veilig voedsel oplevert, die het milieu minder belast én zorgt voor verbetering van biodiversiteit op het boerenland én de belevingswaarde van het agrarisch landschap verhoogt. Een ander woord voor natuurinclusieve landbouw is biodiverse landbouw. De landbouwer zorgt ondanks het voedingsgewas voor een zo groot mogelijke biodiversiteit op zijn akkers. Het is echter wel de vraag hoeverre landbouwproductie en zorg voor natuur wel kúnnen samengaan.

Nutuurinclusieve landbouw

Ontwikkeling in de landbouw
De huidige Nederlandse voedselproductie is het resultaat
van een grootse ontwikkeling die de landbouw de afgelopen pakweg 100 jaar heeft doorgemaakt: mechanisatie, gewasbescherming, specialisatie en intensivering hebben de productiviteit opgestuwd tot een niveau dat nergens anders in de wereld wordt gehaald. Dat mede dankzij meer dan 100 jaar wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek. Nu zien we in dat we daarin zijn doorgeschoten. Voor een maximale productie worden vele bestrijdingsmiddelen over de gewassen gestrooid. Vanwege de enorme opbrengsten wordt de bodem uitgeput, krijgt de bodem geen tijd voor herstel en moet de boer bemesten. In natuurinclusieve landbouw in het de bedoeling dat door specifieke gewaskeuzes de bodem de tijd krijgt om te herstellen. Door het aanleggen van akkerranden (kruidenstroken) ontstaan er in de akkers ecosystemen en voedselketens die de plaagdieren in de gewassen ook bestrijden. De natuur helpt de boer met het bestrijden van zijn plaagdieren, waardoor deze niet meer behoeft te bestrijden met chemische bestrijdingsmiddelen.

JUPU9667

Vogelakkers zijn in Groningen ‘uitgevonden’ door de Werkgroep Grauwe Kiekendief. Het zijn akkers waarop stroken luzerne (een gewas) afgewisseld worden met stroken kruidenmengsel (een natuurmaatregel). Hiervan profiteren akkervogels als veldleeuwerik en grauwe kiekendief. Op de Vogelakkers komen ook allerlei insecten af. Omdat er in een Vogelakker gedurende het groeiseizoen een aanbod van bloeiende kruiden aanwezig is, en een deel van de braakstroken ongemaaid de winter over staat, is er voldoende potentie dat ook vlinders en bijen van deze maatregel profiteren. Deze soortgroepen zijn tot op heden niet betrokken in het onderzoek naar de ecologische effecten van Vogelakkers.

In Noord-Holland zijn op diverse locaties Vogelakkers aangelegd, bedoeld om akkervogels en andere natuur een plek te bieden. Samen met de agrarische collectieven Hollands Noorden en de Lieuw Texel wordt onderzocht wat de effecten van deze Vogelakkers zijn op dagvlinders en andere insecten. We voeren monitoring uit en wisselen kennis en ervaring uit met boeren en beheerders. De provincie Noord-Holland ondersteunt het project.

QSTV0423

Traditionele akkerbouw

Traditionele akkerbouw is een vorm van landbouw: het is het geheel van economische activiteiten waarbij het natuurlijke milieu wordt aangepast ten behoeve van de productie van planten voor menselijk gebruik. Afhankelijk van het product, de productiemethode en het niveau van welvaart wordt gebruikgemaakt van een groot aantal uiteenlopende technieken, variërend van het werken met eenvoudige werktuigen tot het gebruik van grote machines, waarbij arbeid steeds meer vervangen wordt door machines. Niet de natuur of de biodiversiteit van het gebied staat centraal, maar de opbrengst aan gewassen in het centrale thema in de traditionele akkerbouw. Om de productie van de landbouwproducten te verhogen maken boeren gebruik van bemesting van de landbouwgrond en gebruiken boeren gewasbeschermingsmiddelen

Traditionele akkerbouw

Boeren passen gewasbeschermingsmiddelen toe om drie redenen:
1. Verhogen van de opbrengst van het gewas: wanneer een schimmel of een insect zich in een gewas vestigt, kan dit de opbrengst van het gewas verminderen doordat de planten worden aangevreten, bladeren afsterven door schimmels of het product geïnfecteerd wordt en gaat rotten na de oogst, bijvoorbeeld bij uien of aardappels. Onkruid wordt bestreden omdat het onkruid concurreert met het gewas en het gewas daardoor minder voedingsstoffen tot zijn beschikking heeft. Ook geeft onkruid vervuiling van het product bij de oogst.
2. Voorkómen van de aanwezigheid van giftige stoffen in het gewas: een aantal schimmels produceren stoffen die giftig zijn voor mens en dier. Bestrijding is dan noodzakelijk om te voorkomen dat er zoveel schimmels in het gewas zitten dat het eindproduct giftig is.
3. Borgen van een goede kwaliteit van het product met het oog op verwerking in de voedselketen en uiteindelijke consumptie door de consument. Een goede kwaliteit draagt bij aan het voorkomen van verspilling.t

De traditionele landbouw met enorme percelen met alleen maar landbouwgewassen is eigenlijk een beetje op zijn retour. Het is eenieder duidelijk dat landbouw anders moet. Geen uitgestrekte velden met geen enkele biodiversiteit meer. Geen akkerbouwers meer die preventief insecticiden spuiten waarmee al het leven op de vegetatie en in de bodem wordt vernietigd. Geen gewassen meer die jaar na jaar de bodem uitputten en waarop alleen nog maar iets wil groeien als de akkerbouwer enorm bemest. Biodiverse landbouw is niet meer strijden tegen de natuur, maar strijden met de natuur tegen plaagdieren.

De biodiverse akkerbouwer laat de natuur weer toe op zijn bouwland. De natuur wordt onderdeel van zijn bouwplan. In het Bijtenland van Rhoon proberen de akkerbouwers op deze biodiverse manier hun producten te verbouwen. De zegenpolder in het buitenland van Rhoon is daar helemaal specifiek voor ingericht. Met de boeren zijn duidelijke afspraken gemaakt over wat zij wel en niet mogen bij het verbouwen van hun gewassen

Er zijn dwars door de landbouwpercelen grote stukken natuur aangelegd bestaande uit inheemse kruiden, grassen en granen. Deze stroken trekken insecten aan die op hun beurt weer insectenetende vogels aantrekken, die op hun beurt ook de plaagdieren in de gewassen eten. Spuiten met insecticiden gebeurt niet of zeer weinig.
Daarnaast zijn er in deze Zegenpolder brede waterwegen aangelegd met zeer brede langzaam glooiende oevers. Deze waterwegen en hun bijzondere oevers hebben een aantrekkingskracht op bijzondere planten en dieren die zo ook hun plekje verkrijgen in het akkerland in de Zegenpolder.

Ook worden er bewust gewassen geteeld die de bodem tot rust doen komen en de samenstelling van de bodem verbeteren. Luzerne is zo’n gewas dat zorgt voor meer mineralen in de boden en voor een algehele verbetering van de bodemmacrofauna als wormen.
De bovenstaande twee video’s zijn door Biologielessen.nl op genomen in de Zegenpolder bij Rhoon. De video’s geven de kijker inzicht in de weg die daar is ingeslagen en de voordelen, maar ook de nadelen van biodiverse akkerbouw voor de agrariër.

 

VIDEO'S

toetsen

NOG MEER LEREN?

EXTRA lesstof

krantenartikelen

Downloads