HOE IS HET LEVEN OP AARDE ONTSTAAN
Volgens huidige wetenschappelijke inzichten is de aarde ongeveer vijf miljard jaar oud. De eerste twee miljard jaar was de aarde een levenloze planeet. Drie miljard jaar geleden is, per toeval, het eerste leven ontstaan. Het eerste primitieve leven is ontstaan diep in de oceanen, waarschijnlijk in de buurt van warmwaterstromen. Zogenaamde black smokers. In de oceanen begon het leven met bacteriën. Bacteriën noemen we ook wel prokaryoten. Bacteriën kenmerken zich door het hebben van geen celkern. Het erfelijke materiaal drijft gewoon rond in het cytoplasma. Bacteriën bezitten echter wel een celwand.
Uit deze eerste groep organismen zijn in drie miljard jaar tijd alle levende wezens op aarde ontstaan. Uiteindelijk zijn we dus allemaal verwant aan de bacteriën. De evolutie en DNA mutaties zorgde er echter wel voor dat langzaam het uiterlijk van de oerbacterie veranderde. De nakomelingen van de oerbacterie ontwikkelde al redelijk snel een celkern. Cellen met een celkern zijn geen prokaryoten meer, maar eukaryoten. Alle organismen op aarde, behalve de bacteriën, hebben een celkern en behoren dus tot de eukaryoten. Maar het bleef niet bij het ontstaan van de celkern. Zo ontstonden er ook organismen met een “soort van” bladgroenkorrels. Met deze bladgroenkorrels kon het organisme met behulp van de fotosynthese glucose produceren. Ook ontstonden er cellen met mitochondriën. Cellen met mitochondriën konden glucose verbranden en konden daardoor lekker actief zijn. Cellen met mitochondriën en bladgroenkorrels ontwikkelde zich tot onze hedendaagse planten.
De evolutie zorgde er ook voor dat er onderdelen verloren gingen. Ergens in de evolutie was er een groep organismen die al beschikten over een celkern en mitochondriën die hun celwand verloren. Organismen met een celkern, mitochondriën en zonder celwand noemen wij nu dieren.
KENMERKEN VAN DE VIER RIJKEN
Wetenschappers, en dus ook biologen, stoppen graag alles in hokjes om de natuur overzichtelijk te maken. Ook alle organismen op aarde zijn netjes in een hokje gestopt. Alle organismen zijn geordend op basis van kenmerken van de cellen waar deze organismen uit zijn opgebouwd.
Het leven op aarde bestaat uit ééncellige organismen en meercellige organismen. Er zijn planten, dieren en schimmels die maar bestaan uit één cel. In de afbeelding hieronder zie je de ééncellige schimmels, planten en dieren staan. Alle bacteriën zijn natuurlijk ook ééncellig. Veel andere organismen die wij om ons heen kunnen waarnemen met het blote oog zijn meercellig. Er zijn meercellige schimmels, planten en dieren. De mens is een voorbeeld van een meercellig dier.
In onderstaande illustratie is te zien dat er feitelijk vier grote rijken op aarde zijn. Het rijk der bacteriën, het rijk der schimmels, het rijk der planten en het rijk der dieren. Bijna elk levend organisme op aarde is op basis van celkenmerken in te delen in één van deze vier rijken. De kenmerken van de organismen in deze vier rijken zie je in onderstaande afbeelding