Levensloop
Hoe het leven van een individu zich ontwikkelt.
Levensgemeenschap

Alle verschillende organismen uit allemaal verschillende populaties die samenleven in één ecosysteem. De verschillende populaties hebben een directe of indirecte (voedsel)relatie met elkaar en beïnvloeden elkaar in het ecosysteem.
Levenscyclus

Alle stadia / fasen die een individu doorloopt vanaf de bevruchting tot aan de dood.
Levenloos

Abiotische factoren uit de natuur die een organisme in zijn leefomgeving kunnen beïnvloeden. Ook iets wat nooit heeft geleefd.
Letale factoren

Wanneer er bij overerving een allel is betrokken dat in homozygote toestand geen levensvatbaar individu oplevert.
Lesbisch
Wanneer een vrouw tot zich tot iemand van hetzelfde geslacht voelt aangetrokken.
Lens

Transparant onderdeel van het oog dat zich bevindt achter de pupil en ervoor zorgt dat het licht zodanig gebroken wordt dat je scherp kunt zien. De lens is bol als je een boek leest en plat als het voorwerp ver weg is. Het bol en plat worden van de les noemen we accommoderen.
Leervermogen
Het vermogen van een mens of dier tot effectieve gedragsverandering gebaseerd op eerdere ervaringen. Ander woord: intelligentie.
Leerprocessen
Een proces waarbij een dier of mens wat leert. Enkele voorbeelden zijn: gewenning, trial and error, imitatie, inprenting, conditioneren (klassiek en operante), inzicht.
Landplanten
Planten op het land. Hebben aan de buitenkant van de bladeren een waslaagje om uitdroging te voorkomen. Vaak aan de onderkant van de bladeren huidmondjes. Met deze huidmondjes nemen de planten koolstofdioxide op uit de lucht en geven ze zuurstof af aan de lucht. Landplanten zijn vaak stevige planten veroorzaakt door houtstoffen in de cellen. […]