Kransaders

De kransader ontvangt bloed van de kransslagader. De kransslagader voorziet de hartspier van zuurstof en brandstoffen. Door de kransader stroomt zuurstofarm bloed weg uit de hartspier.
Kraakbeenringen

Kraakbeenringen bevinden zich in de luchtpijp en de bronchiën en zorgen ervoor dat bij sterke inademingen de luchtpijp en de bronchiën niet dichtklappen. Met spieren die rondom deze kraakbeenringen liggen kan de diameter van de luchtpijp en de bronchiën worden geregeld.
Koude receptoren

Zintuigcellen in de huid en in het inwendige van het lichaam. Koude prikkels zijn voor deze zintuigcellen de adequate prikkel. Koude zintuigen nemen de verschillen in temperaturen waar.
Koudbloedig

Een dier is koudbloedig wanneer de lichaamstemperatuur van een dier min of meer gelijk is aan de omgevingstemperatuur. Koudbloedige dieren hebben dus een wisselende lichaamstemperatuur. Warmbloedige dieren zorgen door verbranding in de cellen voor een constante lichaamstemperatuur. Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig. Alle andere organismen zijn koudbloedig.
Koorts

Bij koorts is de lichaamstemperatuur hoger dan 38 ºC. Koorts is een reactie van het lichaam op een ziekteverwekker. In het verlengde merg ligt het centrum dat de lichaamstemperatuur regelt. Bij koorts wordt de normtemperatuur in de verlengde merg opgehoogd van 37 graden naar 38 of meer.
Koolstofkringloop

Kringloop waarmee het element koolstof door het ecosysteem circuleert. Om de kringloop in het ecosysteem draaiende te houden heb je producenten, consumenten en reducenten nodig in het ecosysteem. De producenten zetten anorganisch koolstof in de fotosynthese om in glucose. Plantaardige glucose wordt gegeten door de consumenten. Door de reducenten wordt het koolstof in organische stof […]
Koolstofdioxideconcentratie (stijging van de)

Stijging van de koolstofdioxideconcentratie, veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen. Maar ook bij de het gebruik van kalkstenen komt veel koolstofdioxide vrij dat ooit gebonden was aan en in de bodem. De extra input van koolstofdioxide in de koolstofkringloop zorgt voor een versterking van het broeikaseffect.
Koolstofassimilatie

De vorming van glucose uit koolstofdioxide en water m.b.v. zonne-energie. Alleen autotrofe organismen (groene planten en enkele bacteriën) zijn in staat tot koolstofassimilatie. Een ander woord voor koolstofassimilatie is fotosynthese.
Koolhydraten (mono-sachariden)

Koolhydraten bestaande uit één (glucose) molecuul. Voorbeelden van mono-sachariden zijn glucose, fructose of deoxyribose.
Koolhydraten (di-sachariden)

Koolhydraten bestaande uit maar twee moleculen glucose. Voorbeelden van de disachariden zijn maltose en sacharose