Indaling

Het stadium van de bevalling waarbij het hoofdje van de foetus in de bekkenholte van de vrouw komt te liggen. De meeste baby’s dalen vanaf de 30e week van de zwangerschap in. Veel aanstaande moeders zijn bang dat dit te vroeg is, omdat zij denken dat de baby dan ook eerder geboren wordt. […]
Incubatietijd

De tijd die verstrijkt tussen het binnendringen van een ziekteverwekker en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen. Tijdens deze incubatie tijd ben je besmettelijk, maar niet ziek. Dit is dus de periode dat je andere uit je omgeving zal infecteren. De incubatietijd stopt op het moment dat je echt ziek wordt. Incubatietijd kan varieren van […]
Inademing, rustige

Ventilatie van de lucht in de longblaasjes. Ademhaling waarbij de inademing tot stand komt door het samentrekken van de buitenste tussenribspieren, en de uitademing komt passief tot stand onder invloed van de zwaartekracht.
Inactief pro-enzym

Een chemisch niet-actief eiwit dat via enkele reacties kan worden omgezet in een actief enzym. Door dit mechanisme kan een enzym inactief gehouden worden tot het de plaats heeft bereikt waar het zijn werk moet doen, of tot het moment dat het enzym zijn werk weer moet gaan doen in de cel.
Impulssterkte

Hoe krachtiger de opgevangen prikkel door het zintuigcel, des te hoger is de impulsfrequentie op de sensorische zenuwen richting het centrale zenuwstelsel.
Impulsgeleiding

Het geleiden van een impuls over de uitlopers van zenuwcellen door een opeenvolging van depolarisaties op de zenuwuitloper. Impulsen bewegen zich op axonen van het cellichaam af en op dendrieten naar het cellichaam toe.
Impulsfrequentie

Het aantal impulsen dat per tijdseenheid door een zenuwcel wordt voorgeleid. Heftige prikkels veroorzaken impulsen met een grote frequentie. Zachte prikkels veroorzaken impulsen met een lagere frequentie.
Impulsen

Een elektrisch signaal dat door zenuwcellen en hun uitlopers wordt vervoerd. Een impuls ontstaat in een geprikkelde zintuigcel en wordt door de zenuwen naar je hersenen geleid. Daar worden de impulsen verwerkt en word je je bewust van de prikkel.
Imponeergedrag
Bij het dreigen kunnen dieren imponeergedrag vertonen. Ze maken zich zo groot en indrukwekkend mogelijk.
Immuunsysteem

Een verdedigingssysteem met als doel indringers of veranderde eigen cellen te bestrijden. Het immuunsysteem bestaat uit specifieke B-lymfocyten en T-lymfocyten en hun bijbehorende geheugencellen.