Hart
Orgaan in de borstholte. Onderdeel van het bloedvatenstelsel. Het hart zorgt voor transport van het bloed door de bloedvaten. Bij zoogdieren pompt het hart bloed de grote en de kleine bloedsomloop in. In de grote bloedsomloop wordt zuurstof en voedsel naar de cellen gebracht. In de kleine bloedsomloop wordt via de longen koolstofdioxide afgestaan en […]
Haren
De vezelachtige uitgroeiingen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine.
Harde oogvlies

Het witte gedeelte van het oog waar de oogspieren aan vastzitten. Het harde oogvlies aan de voorkant is transparant en dan heet het het hoornvlies.
Haploïd

Een haploïde cel (n) is een cel met een enkel chromosoom van een chromosomen paar per kern. Geslachtscellen (gameten) zijn voorbeelden van haploïde cellen. Een celkern van een haloïde cel bevat bij de mens 23 chromosomen. Een diploïde celkern (2n) bevat 46 chromosomen en komen de chromosomen in paren voor.
Halvemaanvormige kleppen

De halvemaanvormige kleppen zitten aan het begin van de aorta en aan het begin van de longslagader. Deze kleppen verhinderen het terugstromen van bloed van longslagaders en aorta naar de kamers op het moment dat de bloeddruk in de langslagader en de aorta hoger is dan de bloeddruk in de kamers.
Habitat

De specifieke leefomgeving van een organisme. Op deze plekken voldoen zowel biotische als abiotische factoren aan de minimale levensvoorwaarden, de eisen, van het betreffend organisme. Dat wil zeggen dat deze factoren binnen de toleranties van dat organisme blijven. Een habitat is een onderdeel van een ecosysteem.
Haarzakjes

Uitstulpingen van de kiemlaag in de lederhuid. Haren groeien vanuit haarzakjes.
Haarvatenkluwen (Glomerulus)

Een aanvoerend nierslagadertje vertakt zich in het nierkapsel van Bowman verder tot een kluwen van haarvaten. We noemen deze haarvatenkluwen ook wel glomerulus. In deze haarvatenkluwen wordt onder invloed van de bloeddruk (ultrafiltratie) de voorurine gevormd.
Weefselvloeistof

De vloeistof die in de capillaire uit de bloedbaan geperst wordt om zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen te transporteren. Weefselvloeistof stroomt terug richting de bloedvaten of richting het lymfevatenstelsel. We noemen het dan lymfevloeistof
Weefsel

Een groep cellen met ongeveer de zelfde vorm en zelfde functie. Meerdere samenwerkende weefsels vormen een orgaan. Meerdere samenwerkende organen vormen een orgaanstelsel en meerdere samenwerkende orgaanstelsels vormen een organisme.