Glucose
Een druivensuiker (C6H12O6), monosacharide. Eén van de belangrijkste brandstoffen voor het menselijk lichaam. Glucose kan in de mitochondriën met zuurstof worden gedissimileerd waarbij 36 ATP wordt geproduceerd. Als afvalstoffen ontstaat er koolstofdioxide en water
Glucagon

Hormoon dat door de Alphacellen in de alvleesklier wordt geproduceerd. Het verhoogt de bloedsuikerspiegel door in de cellen van de lever en de spieren glycogeen om te zetten in glucose. Het geproduceerde glucose wordt afgegeven aan het bloed.
Glomerulus

Kluwentje van haarvaten in elk kapsel van Bowman. De glomerulus speelt een rol bij de productie van de voorurine in de nieren. Door de bloeddruk wordt de voorurine in de glomerulus uit de bloedbaan geperst. Dit proces heet ultrafiltratie.
Globine
Het eiwitbestanddeel van hemoglobine.
Glasachtig lichaam

Bindweefselachtige structuur in het oog tussen de lens en het netvlies.
Glad spierweefsel

Bestaat uit spiercellen die in tegenstelling tot dwarsgestreept spierweefsel niet onder de invloed van het animale zenuwstelsel samentrekken. Glad spierweefsel bevindt zich rond de bloedvaten en de organen. Glad spierweefsel staat onder invloed van het autonome zenuwstelsel.
Gisting

Anaerobe dissimilatie van glucose. Afbraak van glucose zonder zuurstof. Hierbij wordt in de mitochondriën van de gistcel alcohol, koolstofdioxide en energie in de vorm van ATP geproduceerd. Gisten zijn eencellige schimmels.
Gisten
Eencellige schimmels.
GH

Een hormoon dat wordt geproduceerd door de hypofyse voorkwab. GH, oftewel groeihormoon, stimuleert celdeling en celgroei in bepaalde weefsels (botten).
Ggo

Genetisch gemodificeerd organisme. Deze organismen zijn voorzien van extra wenselijk erfelijk materiaal dat normaal gesproken in de vrije natuur niet voorkomt in het genoom van het organisme.