Fosfolipiden

Fosfolipide

De belangrijkste bouwsteen van een membraan. Fosfor= fosforgroep + lipide= vet. Bestaande uit een hydrofiele kop (houdt van water) en een hydrofobe staart (houdt niet van water). Door deze membraan kunnen gassen, vetachtige stoffen (hydrofobe stoffen) en kleine polaire stoffen moeiteloos diffunderen.  

Fosfaatgroep

Fosfaatgroepen

Een van de drie bouwstenen van het nucleotide. Een nucleotide is de bouwsteen van het DNA. De fosfaat zit in de bouwsteen van het DNA vast aan het vijfde koolstofatoom van de desoxyribose (suiker). Fosfaatgroepen komen ook voor in ATP. In ATP zit er veel chemische energie opgeslagen tussen de fosfaat moleculen.    

Follikelstimulerend hormoon

FSH

Afkorting is FSH. Hormoon dat in de hypofyse wordt gemaakt en de follikelrijping in het ovarium stimuleert. De groeiende follikel wordt door FSH ook aangezet oestradiol te gaan produceren. Oestradiol zorgt voor verdikking van het baarmoederslijmvlies.

Follikel

Follikel

Het follikel is een blaasje, met daarin de rijpende eicel. Het follikel ontwikkelt zich onder invloed van FSH, geproduceerd door de hypofyse. Het follikel is tevens zelf ook klier. De follikel produceert zelf oestradiol. Een hormoon dat doelcellen heeft in de baarmoederwand, en deze aanzet tot verdikking. Na de ovulatie verandert het restant van het follikel in […]

Foetus

Foetus

De benaming voor een ongeboren baby vanaf negen weken na de bevruchting. Een foetus is een ongeboren baby in het stadium waarin gelijkenis met het volwassen stadium gaat optreden. Na 9 weken en met een gemiddelde grootte van 2,5 centimeter spreekt men officieel een foetus. Tot aan de geboorte blijft de baby een foetus heten.     

Fitness

Fitness

Organismen in de natuur die het beste de selectiedruk kunnen weestaan. Met fitnes wordt niet bedoeld “de fitste organismen”, maar de organismen die het best passen (to fit) in hun leefomgeving. De best aangepaste organismen kunnen het makkelijkst zichzelf en hun nageslacht voeden en het best voor de veiligheid van zichzelf en hun kinderen zorgen. De […]

Filamenten

actineenmyosine

Eiwit-draad in spiervezels. Bij contractie schuiven filamenten in elkaar. Als de actine en myosine filamenten over elkaar heen schuiven dan wordt de spiervezel korter, dikker en harder. In de spiervezels zorgen de actine- en myosine filamenten voor de spiercontractie.

Fibrine

Fibrine

Een bloedstollingseiwit in het bloedplasma dat een belangrijke rol speelt bij de normale wondgenezing en bloedstolling. Fibrine komt als inactief en oplosbaar fibrinogeen voor in de bloedsomloop. Als er een wond ontstaat dan wordt onder invloed van een cascade van reacties in het bloed protrombine omgezet in trombine. Het trombine zorgt er uiteindelijk voor dat het inactieve, en oplosbare fibrinogeen omgezet wordt in het actieve […]

Fenotype

Fenotype

Verzameling van alle waarneembare kenmerken van een individu. Ook wel uiterlijk genoemd. De totstandkoming van je uiterlijk is een optelsom van erfelijke factoren (genen) en milieufactoren. Milieufactoren is de omgeving waarin je bent opgegroeid.  

Feces

Ontlasting. Bestaat uit onverteerde voedselresten, dode lichaamscellen, water en heel veel bacteriën.