DNA-reparatie

Het repareren van DNA. DNA-reparatie vindt vooral plaats in de G2-fase van de celcyclus, nadat in de S-fase al het DNA is verdubbeld.

DNA-polymerase

DNApolymerase

Een enzym (eiwit) dat langs een enkelvoudige DNA-keten schuift en op deze manier van vrije nucleotiden een nieuwe DNA-streng bouwt. DNA-polymerase zorgt voor replicatie (verdubbeling) van het DNA in de S-fase van de celcyclus.  

Nucleotiden (vrije)

Nucleotidenvrij

Nucleotiden zijn de bouwstenen van DNA. Vrije nucleotiden bevinden zich in het kernplasma van de  celkern en worden gebruikt voor de vorming van nieuw DNA in een proces dat we replicatie noemen. Door DNA polymerase worden de vrije nucleotiden aan elkaar geplakt tot een nieuwe streng DNA.    

DNA-nucleotiden, vrije

Nucleotidenvrij

Nucleotiden zijn de bouwstenen van DNA. Vrije nucleotiden bevinden zich in het kernplasma van de  celkern en worden gebruikt voor de vorming van nieuw DNA in een proces dat we replicatie noemen. Door DNA polymerase worden de vrije nucleotiden aan elkaar geplakt tot een nieuwe streng DNA.    

DNA, niet-coderend

DNAintrons

DNA dat geen informatie bevat voor de synthese van RNA en eiwitten. Het grootste deel van het genoom bestaat uit niet-coderend DNA, ook wel evolutionaire junk genoemd. Een ander woord voor niet-coderend DNA is intron. DNA bevat ongeveer 95% niet-coderend DNA. Bij de productie van een streng m-RNA worden de introns verwijderd, zodat het m-RNA alleen bestaat […]

DNA, Mitochondriaal

DNA mt

Het mitochondriaal DNA (mtDNA) is het eigen DNA van de mitochondriën. Het heeft de vorm van een ringvormig chromosoom. Mitochondriën kunnen met hun mtDNA zelf, onafhankelijk van de celkern, enkele eiwitten maken. Het mtDNA bevat onder meer de informatie om enzymen te maken die betrokken zijn bij de verbranding, de belangrijkste taak van het mitochondrium. […]

DNA

DNA. (D=desoxyribose, N=nucleïne, A=acid). DNA is  opgebouwd uit nucleotiden, die bestaan uit een suiker (desoxyribose) een stikstofbase en een fosfaatgroep. Het DNA ligt bij eucaryoten veilig in de celkern. Een celkern van de mens bevat 46 strengen DNA. Op deze 46 strengen liggen, verborgen in de genetische code, ongeveer 20.000 erfelijke eigenschappen.    

Dissimilatie

Assimilatie en dissimilatie2

De omzetting van energierijke, grote, organische moleculen tot kleinere moleculen. De chemische energie die hierbij vrijkomt, wordt omgezet in ATP en warmte. De geproduceerde 38 ATP wordt gebruikt voor de biochemische processen in de cel.      

Disacharide

Disachariden

Een stof waarvan elk molecuul bestaat uit twee monosacharide-eenheden. Disachariden ontstaan door condensatie (reactie waar water bij vrijkomt) van twee monosachariden. Glucose is een monosachariden dat kan condenseren tot de disacharide maltose.    

Diploïd (2n)

Caryogram

Diploïd betekent dat een cel beide chromosomen van een chromosomenpaar bevat. Bij de mens bevat een diploïde cel 46 chromosomen of 23 paar chromosomen. Een diploïde cel wordt ook aangeduidt met 2n.