Capillaire werking

Opstijging van een vloeistof (meestal water) in nauwe kanalen door onderlinge aantrekking (cohesie en adhesie) van moleculen. Bij cohesie trekken moleculen van dezelfde soort elkaar aan. Bij adhesie trekken verschillende moleculen elkaar aan.
Capaciteit, vitale

De hoeveelheid lucht die na één diepe inademing maximaal kan worden uitgeademd. De vitale capaciteit is afhankelijk van leeftijd en geslacht.
Calcium
Een mineraal dat nodig is voor de opbouw en het onderhoud van de botten en het gebit.
Cafeïne
Heeft een stimulerende werking doordat het orthosympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd. het orthosympatische zenuwstelsel breng het lichaam in staat van activiteit.
Buitenste tussenribspieren

Buitenste tussenribspieren worden voor inademing gebruikt. Als de buitenste tussenribspieren samentrekken, beweegt de borstkast omhoog en naar voren waardoor het volume van de borstkast toeneemt en iemand inademt.
Buikademhaling

Manier van ademen door werking van het middenrif en de buikspieren. Als de spieren van het middenrif aantrekken, wordt het middenrif plat, de buikholte kleiner maar de borstholte groter. Door het vergroten van de borstholte stromen de longen vol. Als de spieren van het middenrif samentrekken zijn de buikspieren ontspannen.
Bronst
Paardrift van dieren.
Bronchiolen

Bronchiolen zijn de kleinere vertakkingen van de bronchiën. Aan het einde van de brochiolen zitten de longblaasjes waar de gaswisseling plaats vindt.
Bronchiën

Kanalen met kraakbenige, elastische en vlezige wanden, waardoor de longen contact hebben met de buitenlucht. Bronchiën zijn aftakkingen van de luchtpijp.
Broekbos

Een bos waarin de vegetatie sterk wordt bepaald door de hoge stand van het grondwater. De meest voorkomende plantensoorten in het broekbos zijn Els, Wilg en Es