Bloedsuikerspiegel

alvleesklier

Gehalte aan glucose in het bloed uitgedrukt in millimol per liter. De bloedsuikerspiegel wordt gereguleerd door insuline en glucagon. Is de bloedsuikerspiegel te hoog, dan produceren de Betacellen van de alvleesklier insuline. Door insuline zakt de bloedsuikerspiegel. Is de bloedsuikerspiegel te laag, dan produceren de alphacellen glucagon. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.

Bloedstolling

Het van de vloeibare in de vaste toestand overgaan van bloed. Bloedstolling wordt veroorzaakt door: bloedplaatjes, stollingsfactoren (eiwitten) in het bloed en door witte bloedcellen die kleine wondjes kunnen dichten.

Bloedsomloop, kleine

bloedsomloopklein

De rechterkamer van het hart pompt het bloed via de longslagader naar beide longen. In de longen geeft het bloed koolstofdioxide af, en neemt het zuurstof op. Vanuit de longen stroomt het zuurstofrijke bloed via de longader naar de linkerharthelft.

Bloedsomloop, grote

bloedsomloopgroot

De linkerkamer van het hart pompt het bloed via de aorta heel het lichaam door. Dit heet de grote bloedsomloop. Door de grote bloedsomloop worden de cellen voorzien van zuurstof en voedsel en worden afvalstoffen weggevoerd van de cellen.    

Bloedsomloop, enkelvoudige

bloedsomloopenkel

Per omloop door het gehele lichaam stroomt het bloed maar één keer door het hart. Vanuit het hart stroomt het bloed naar de organen en vanuit de organen stroomt het bloed direct door naar het gaswisselingsorgaan om koolstofdioxide af te geven en zuurstof op te nemen. Veel koudbloedige organismen hebben een enkelvoudige bloedsomloop.

Bloedsomloop, dubbele

bloedsomloop

Per omloop door het gehele lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart. Bij de kleine bloedsomloop stroomt het bloed vanuit het hart richting de longen en bij de grote bloedsomloop stroom het bloed vanuit het hart richting de organen.

Bloedsomloop

Bij een bloedsomloop vindt transport van bloed plaats door bloedvaten. De mens heeft een dubbele bloedsomloop. Per omloop door het lichaam komt het bloed twee keer door het hart. Tijdens de bloedsomloop worden de cellen voorzien van zuurstof en andere benodigde stoffen. Bloed neemt tijdens de bloedomloop ook zuurstof op in longen of kieuwen van […]

Bloedserum

      Serum is de vloeistof die overblijft als men bloed laat stollen en het stolsel afcentrifugeert. De samenstelling is in grote trekken vergelijkbaar met die van bloedplasma, behalve dat de stollingseiwitten (zoals fibrinogeen) grotendeels verwijderd zijn.  

Bloedplasma

Ongeveer 55% van het bloed bestaat uit bloedplasma. Bestaat uit water met opgeloste stoffen en plasma-eiwitten. Bloedplasma vervoert opgeloste stoffen zoals voedsel en zuurstof naar de cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg van de cellen.

Bloedplaatjes

bloedplaatjes

Delen van uiteengevallen cellen. Ze vervullen een functie bij de bloedstolling.