Aeroob
Aeroob betekent ‘met zuurstof plaatsvindend of kunnen leven’. Een aeroob organisme heeft zuurstof nodig om te overleven. Een aeroob organisme heeft zuurstof nodig om glucose te verbranden in de mitochondriën in de cellen.
Adrenaline

Een hormoon dat in grote hoeveelheden wordt afgegeven aan het lichaam als het zich bedreigd voelt. Hormoon dat het hart sneller laat kloppen en de bloeddruk doet toenemen. Adrenaline wordt geproduceerd door de bijnieren.
ADP

Adenosinedifosfaat. Dit ontstaat wanneer de derde fosfaatgroep van ATP wordt afgesplitst en er energie vrijkomt. ADP is het energiearme “broertje” van ATP. Met behulp van de chemische energie uit het voedsel is de cel in staat om uit ADP weer ATP te produceren.
Adolescentie
De periode na de puberteit waarin je geestelijke ontwikkelingen doormaakt. Het is de fase voor volwassen worden.
ADH

Een hormoon dat wordt geproduceerd door de hypothalamus en wordt afgegeven aan de hypofyse achterkwab. ADH speelt een belangrijke rol bij resorptie van water in de nieren. Onder invloed van ADH wordt water in de nieren terug geresorbeerd naar het bloed. Alcohol remt de productie van ADH.
Aders

Bloedvaten die bloed naar het hart toe vervoeren. Aders van de grote bloedsomloop zijn zuurstofarm. Aders hebben een minder gespierde wand dan slagaders, een grotere diameter, waardoor de bloeddruk lager is en vervoeren zuurstofarm bloed. Ook bevatten aderen kleppen om het terugstromen van bloed te voorkomen. De kleine bloedsomloop bevat maar één ader, de longader. deze ader […]
Ader, onderste holle

Via de onderste holle ader stroomt bloed vanuit het onderste deel van het lichaam (buikholte) terug naar het hart. Het bloed in de onderste holle ader bevat weinig zuurstof veel koolstofdioxide en veel andere afvalstoffen van de cellen.
Ader, bovenste holle

Via deze ader stroomt bloed vanuit het bovenste deel van het lichaam (hoof en armen) terug naar het hart. het bloed in de bovenste holle ader bevat weinig zuurstof, veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de cellen.
Adequate prikkel

Een prikkel waar een zintuig(cel) het gevoeligst is. Voor deze prikkel is de drempelwaarde het laagst, waardoor een kleine of zachte prikkel uit het milieu als een impuls veroorzaakt. De adequate prikkel voor het oog is licht, voor het oor is de adequate prikkel geluid.
Adenine

Een van de vier stikstofbasen die de bouwsteen vormt van het DNA. Adenine vormt een complementaire binding met thymine. Adenine bindt met thymine op basis van de vorm en de hoeveelheid waterstofbruggen. Adenine en thymine binden met twee waterstofbruggen. Guanine en cytosine binden met drie waterstofbruggen.