Voedingswijze

Voedingswijze

De manier hoe een organisme zich voedt. Dit kan autotroof of heterotroof zijn. Heterotrofe organismen hebben andere organismen nodig om aan hun organische energierijke stoffen te komen. Autotrofe organismen vormen deze organische stoffen zelf in de fotosynthese.

Vitale capaciteit

Vitalecapaciteit

Volumemaat van de longinhoud. De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht (in liters) die in een keer  wordt uitgeademd na een diepe inademing en een diepe uitademing. De vitale capaciteit varieert tussen de drie en de zes liter. De vitale capaciteit is afhankelijk van lichaamsgrootte, geslacht en leeftijd.  

Visuele centra

Visuelecentra

Plek in de schors van de grote hersenen waar de sensorische zenuwen vanuit de ogen aankomen. In het visuele centrum wordt aan de hand van impulsen een beeld gevormd van de omgeving.

Vet

Vetten

Vet is brandstof en bouwstof en reservestof voor het lichaam. Vet wordt opgeslagen onder de huid en rond de organen. Vet wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd tot vetzuren en glycerol.

Verziendheid

Verziendheid

Bij verziend  ziet u objecten in de verte helder en scherp, maar heeft u moeite om juist de dingen dichtbij scherp te zien. Verziendheid treedt op wanneer het oog te kort is (vanaf voorkant naar de achterkant gemeten) of wanneer de bolling van het hoornvlies te klein is. Hierdoor komen de inkomende lichtstralen achter het […]

Verwering

Verandering die alle gesteenten aan de aardoppervlakte ondergaan door de inwerking van de atmosfeer, de neerslag en de organismen.

Verteringsproduct.

Verteringsproduct

Een product is de stof die gevormd wordt uit een substraat. De scheikundige omzetting van substraat tot product wordt gekatalyseerd door enzymen.  

Verteringsenzymen

Verteringsenzymen

Spijsverteringsenzymen zitten in spijsverteringssappen, gemaakt in exocriene spijsverteringsklieren. De verschillende spijsverteringsenzymen breken  de verschillende voedingsstoffen af tot de bouwstenen. Eiwit tot aminozuren, koolhydraten tot glucose en vetten tot vetzuren en glycerol. De verteringssappen hebben allemaal hun optimale pH waardes waabij de enzymen op maximale snelheid stoffen afbreken.

Verspreidingsgebied

Verspreidingsgebied

Het gebied waar de soort voorkomt. Verspreidingsgebied van de soort wordt bepaald door (a)biotische tolerantiegrenzen van de soort. Temperatuur, neerslag (het klimaat), voedselaanbod en schuilplekken zijn maar enkele voorbeelden van biotische factoren an abiotische factoren die het verspreidingsgebied van een soort bepalen.  

Verslaving

Een gebruiker van een bepaald product waar hij/zij verslaafd aan is, wordt geestelijk, en vaak ook lichamelijk, afhankelijk van deze stof.