SOA

Een SOA kan je oplopen door seksueel contact. Dit kan vaginaal contact betekenen, maar ook anaal of oraal contact. Een SOA wordt in principe veroorzaakt door een virus of een bacterie. Zo’n virus of bacterie gaat in verschillende lichaamsvloeistoffen van een besmet persoon zitten. Lichaamsvloeistoffen die deze deeltjes met zich meedragen, zijn bloed, sperma, […]
Smaakreceptoren

Smaakreceptoren liggen in de smaakknopjes in je tong. De smaakreceptoren zijn gevoelig voor smaakprikkels. Met de smaakzintuigen in de tong zijn zoet, zuur, zout, bitter, vet en umami waar te nemen. Smaakreceptoren zijn met sensorische zenuwen verbonden met het smaakcentrum in de hersenen.
Slokdarm

Gespierde buis van het spijsverteringsstelsel dat de mondholte verbindt met de maag. Door peristaltische bewegingen wordt het voedsel door de slokdarm vervoerd. De slokdarm bevat geen spijsverteringsklieren.
Slijmvliezen
Een slijmvlies (mucosa) is een dunne laag cellen die slijm produceert, meestal met bescherming of transport van afvalstoffen als doel. Alle openingen in de huid zijn voorzien van slijmvliezen om infecties te voorkomen.
Sleutelprikkel

Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het veroorzaken van gedrag. Sleutelprikkels zijn prikkels die de ontvanger van de prikkel niet kan negeren en die voor een vaste reactie zorgen. Voorbeeld van een niet te onderdrukken sleutelprikkel is de rode bek van het Koekoekjong voor de Heggenmus. Ook al heeft de Heggenmusmoeder door dat het […]
Slagvolume

De hoeveelheid bloed die door de kamers per systole (samentrekken) het lichaam in wordt gepompt. Slagvolume is voor beide kamers tussen de 50ml en 70 ml. Als het hart in rust 60 keer klopt is er bijna 5 liter bloed door het hart heen gepompt.
Slagader

Dikwandig, gespierd bloedvat waarin het bloed altijd afstroomt van het hart. In de grote bloedsomloop vervoeren de slagaderen zuurstofrijk bloed, in de kleine bloedsomloop vervoeren slagaderen zuurstofarm bloed. Slagaderen brengen in de grote bloedsomloop zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen.
Sinusknoop

Plek op het hart dat signalen ontvangt van autonome, motorische zenuwen. De sinusknoop zit op de rechterboezem. De sinusknoop zorgt voor het ontstaan van een depolarisatiegolf over het hart, waardoor eerst de boezems, en met wat vertraging de kamers samentrekken.
Signalen

Bij sociaal gedrag is een handeling van een individu de prikkel voor een handeling van een soortgenoot. Deze handelingen bij sociaal gedrag noemen we signalen.
Signaalstoffen

Door de signaalstoffen kunnen cellen communiceren in meercellige organismen. Signaalstoffen worden gemaakt door cellen en zetten hun doelcellen aan tot een bepaalde reactie. Signaalstoffen kunnen worden afgegeven aan het weefselvloeistof voor communicatie op korte afstand, maar ook aan het bloed voor communicatie over grotere afstand.