Poeptransplantatie
De oma van Marah is met een ontsteking aan haar been in het ziekenhuis opgenomen. De ontsteking is daar behandeld met een antibioticum. Toen haar been begon te genezen kreeg oma last van diarree. Na enige tijd werd de diagnose gesteld: een darminfectie met Clostridium difficile. Het toxine dat Clostridium difficile afgeeft, tast het epitheel (dekweefsel) van de dikke darm aan. De oma van Marah krijgt als behandeling opnieuw een antibioticumkuur voorgeschreven. Tijdens de biologieles (op Biologielessen.nl van Börger) heeft Marah gehoord dat antibioticagebruik ook nadelige kanten heeft. Ze zoekt op Wikipedia wat voor infectie haar oma eigenlijk heeft en leest het volgende:
Clostridium difficile is een grampositieve, anaerobe, sporevormende staafbacterie die veel voorkomt in de darmen maar daar doorgaans geen problemen veroorzaakt. Bij 80% van de pasgeborenen en bij 9% van de volwassenen is deze bacterie aantoonbaar in de ontlasting (dus ook in hun darmstelsel). Overmatige groei van Clostridium difficile (clostridiumziekte) bij volwassenen kan ontstaan door het gebruik van antibiotica.
De behandeling van clostridiumziekte met antibiotica duurt lang en vaak komen de klachten weer terug. Daarom werd in het AMC in Amsterdam een onderzoek gedaan naar het toepassen van fecale bacterietherapie, ofwel poeptransplantatie, als alternatief voor de antibioticumbehandeling. Internist Max Nieuwdorp legt uit hoe dit in zijn werk gaat: “Gezonde donoren leveren hun ontlasting in. Na menging met een vloeistof en filteren door een zeefje ontstaat een vloeistof die aan patiënten met een Clostridium-infectie kan worden toegediend. Op deze manier wordt de darm voorzien van een gezond bacteriebehang.” De vloeistof wordt toegediend via een slangetje door de neus naar het spijsverteringskanaal.
(2p)Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met de toediening?
In BiNaS-tabel 82D zie je de spijsverteringsorganen.
Je weet dat de poeptransplantaat actief moet zijn in de dikke darm. Je moet het poeptransplantaat dan inbrengen in de twaalfvingerige darm, zodat het dan kan "meestromen" naar de dunne darm en uiteindelijk terecht komen in de dikkedarm. Endeldarm is niet goed, omdat deze het laatste stuk is. Binde darm is ook niet goed. Dit is een zogenaamde doodlopende weg.
Je weet dat de poeptransplantaat actief moet zijn in de dikke darm. Je moet het poeptransplantaat dan inbrengen in de twaalfvingerige darm, zodat het dan kan "meestromen" naar de dunne darm en uiteindelijk terecht komen in de dikkedarm. Endeldarm is niet goed, omdat deze het laatste stuk is. Binde darm is ook niet goed. Dit is een zogenaamde doodlopende weg.