Voortplantingsstelsels van man en vrouw
De voortplantingsstelsels van de man en de vrouw produceren de geslachtscellen. Deze geslachtscellen, of gameten onstaan door 2 meiotische delingen uit diploide cellen. Diploide cellen bezitten 46 chromosomen. De gameten bezitten maar 23 chromosomen. Gameten zijn haploide cellen. De productie van zaadcellen in de testis van de man noemen we de spermatogenese. De productie van eicellen in de eierstokken van de vrouw noemen we oogenese. Genese is latijn voor geboren worden. Spermatogenese betekent dus de geboorte van zaadcellen. Oogenese betekent dus de geboorte van eicellen.
In de afbeelding hierboven zie je afgebeeld hoe uit diploide cellen (46 chromosmen) uiteindelijk de eicel en de zaadcellen ontstaan. Dit rijpingsproces vindt bij de man plaats in de teelballen, en bij de vrouw in de eierstok. De oogonia en de spermatogonia zijn de moedercellen, stamcellen waar gedurende het gehele leven de gameten uit ontstaan. Om te voorkomen dat deze kiemcellen opraken, moeten ze zichzelf gewoon vermenigvuldigen. Dit doen ze met mitotische delingen. Door deze mitotische delingen nemen de aantallen toe, maar blijft de hoeveelheid erfelijk materiaal in de cel gelijk. De kiemcellen blijven diploide. Voor de vorming van een gameet groeit een van de kiemcellen (spermatogonia of oogonia) uit tot een primaire oocyt of primaire spermatocyt. Uit deze duidelijk vergrote cellen onstaan na een meiotische deling de secundaire oocyte en secundaire spermatocyt. Nu is het aantal chromosomen al gehalveerd. de secundaire oocyten en spermatocyten bevatten nog maar 23 chromosomen. Let op: bij de vorming van een eicel ontstaat er maar een secundaire oocyte en een poollichaampje. Dit poollichaampje is niet meer dan een vuilnisbakje voor chromosomen. Na een tweede meiotische deling zijn de gameten rijp. Na twee meiotische delingen is er in de eierstok van de vrouw een rijpe eicel ontstaan met in totaal 3 poollichaampjes en in de teelbal van de man vier rijpe zaadcellen.
Waar bovenstaande processen precies plaatsvinden in het lichaam van de man en vrouw is duidelijk te zien op onderstaande illustratie. Het proces van de zaadcelproductie bij de man vindt per dag miljoenen keren plaats, gedurende het gehele leven. De eicel- productie van de vrouw vindt echter maar een keer per maand plaats en ook nog maar een beperkt deel van het leven van de vrouw. Gaat de vrouw in de overgang (ongeveer vanaf het 50ste levensjaar) , dan stopt de vorming van de eicellen.
Op de onderstaande atlasillustraties is de vorming van de zaadcellen en de eicellen aan de hand van tekeningen van microscopische preparaten in detail weergegeven. De eerste illustraties laten een dwarsdoorsnede door het zaadbuisje zien. Het gehele rijpingsproces begint bij het basale membraan en gedurende de rijping verplaatsen de zaadcellen zich steeds verder richting de afvoerbuis (Seminiferous tubule). De rijpe zaadcellen komen in de afvoerbuis terecht en worden vervolgens vervoerd richting de bijbal om daar te worden opgeslagen tot het moment dat de man een orgasme krijgt, of de zaadcellen te oud zijn geworden. Te oude zaadcellen worden door het lichaam in de bijbal afgebroken. Op deze manier blijven de zaadcellen “vers van de pers”. De tweede illustratie is een detailvergroting van de productie van de spermatogenese.
Hieronder zijn twee illustraties te zien van de eierstokken van de vrouw. Op de grote overzichtstekening is een dwarsdoorsnede te zien met eicellen in verschillende stadia van ontwikkeling. Verder ingezoemd op de details zijn de diverse ontwikkelingsstadia van primaire oocyte tot Graafs follikel te zien. Elke maand rijpt een enkele eicel uit tot een Graafs follikel. Op de veertiende dag voor de volgende menstruatie komt de eicel uit het Graafsfollikel vrij. De vrouw ovuleert en is vruchtbaar.
Op onderstaande film is de oogenese in de eierstok van de vrouw te zien. Alsmede de eisprong en het transport door de eileider door de trilhaarcellen van de eileider.
Na de eisprong blijft de eicel nog ongeveer een dag in leven in het lichaam van de vrouw. We moeten ons realiseren dat de vrijgekomen eicel een zogenaamde secundaire oocyt is. In zijn ontwikkeling van diploide cel heeft deze cel pas een meiotische deling ondergaan. Een tweede meiotische deling zal plaatsvinden nadat de zaadcel de eicel heeft bevrucht. Het erfelijke materiaal van de zaadcel blijft bij deze tweede meiotische deling “even rustig aan de kant liggen”. Na deze tweede meiotische deling wordt het tweede poollichaampje afgestoten en versmelten de twee haploide kernen. Er is nu een diploide zygote onstaan met zowel erfelijke eigenschappen van de moeder als van de vader. De zygote zal zich nu delend, maar niet groeiend verplaatsen richting de baarmoeder om zich daar in te nestelen.