Zenuwcellen en zenuwen
Het zenuwstelsel speelt een belangrijke rol bij de regulatie van het interne milieu. Zenuwcellen stellen organismen in staat te reageren op prikkels uit de omgeving van het organisme. Prikkels uit het milieu van het organisme worden opgevangen door zintuigcellen die zich bevinden in zintuigen. De belangrijkste zintuigen van het organisme zijn de ogen, neus, mond en oren. Deze zintuigen vangen prikkels op uit het milieu met hun zintuigcellen die zich in deze zintuigen bevinden. In de zintuigcellen van het zintuig worden de opgevangen prikkels uit het milieu omgezet in een impuls. Via sensorische zenuwen worden deze impulsen vervoerd naar de hersenen. Komt de impuls aan in de hersenen, dan word je je bewust van de prikkel. Organismen reageren (meestal) op prikkels uit het milieu. Via motorische zenuwen worden vanuit het centrale zenuwstelsel spieren of klieren aangestuurd. Deze aansturing van spieren of klieren veroorzaken het gedrag van het organisme. In onderstaande afbeelding en bijbehorende video over Binastabel 88 A wordt de hierboven omschreven regelkring gevisualiseerd.
Een podcast over de bouw van de zenuwcellen en de onderdelen van de zenuwcellen is hieronder op Spotify te beluisteren
Bouw van de zenuwcel
Alle zenuwcellen bestaan uit een cellichaam, een axon en dendrieten. De axonen en dendrieten zijn de uitlopers die aan het cellichaam vast zitten. We noemen een uitloper een dendriet als het een impuls vervoert naar het cellichaam toe. We noemen een uitloper een axon als het een impuls vervoert van het cellichaam af. De uitlopers van de zenuwcellen zijn omgeven door Schwanncellen. Deze Schwanncellen rollen zich als een pannekoek op om de uitlopers van de zenuwcellen en isoleren op deze manier de uitlopers van de zenuwcellen. De Schwanncellen vormen de myelineschede van de zenuwcellen. Bij multiple sclerose breekt het afweersysteem van het lichaam de myelineschede van de uitlopers van de zenuwcellen af. Dit heeft een negatieve invloed op de snelheid van de impulsen die verlopen over deze zenuwcellen.
Impulsoverdracht.
Zenuwen kunnen impulsen overgeven naar andere zenuwcellen via synapsen. In de synapsen wordt het elektrische signaal van de impuls omgezet in een chemisch signaal van neurotransmitters. Dit chemische signaal van neurotransmitters die door de presynapische membraan worden afgegeven veroorzaakt op de postsynaptische membraan weer depolarisatie en het onstaan van een nieuwe impuls. Het signaal, of de impuls is overgedragen van de presynaptische zenuw op de postsynaptische zenuw
Synapsen zijn altijd de laatste vertakkingen van een axon. In deze synapsen zitten blaasjes met neurotransmitters (signaaloverdragers). Als er een impuls aankomt bij een synaps, dan worden de blaasjes met neurotransmitters geleegd. De neurotransmitters komen terecht in de synapsspleet. Deze neurotransmitters stimuleren de postsynaptische membraan. Door deze stimulatie ontstaat er een impuls op de dendrieten van de ontvangende zenuw.
Een podcast over de synaps is hieronder op Spotify te beluisteren
Een mooie animatie van signaaloverdracht is te vinden op bioplek.org
Een goede video over impulsgeleiding en over signaaloverdracht is hieronder te zien.
Een video uitleg over de BiNaS tabel 88G kan je hieronder bekijken.