Voeding

In dit thema leer je over de voedselopname en vertering bij organismen en de rol die de voedingsstoffen in het organisme spelen.

 

Conserveren

Door voedsel te conserveren kunnen kunnen we het langer bewaren. Er zijn een paar conserveringstechnieken. Waar je bij conserveren naar streeft is: je voedsel onbewoonbaar maken voor de reducenten. Bacteriën en schimmels hebben eigenlijk dezelfde verlangens als mensen. Ze houden van een temperatuur van rond de 37 graden. De meeste bacteriën en schimmels die het voedsel bederven hebben zuurstof nodig om voedsel te verbranden en om te zetten tot ATP. Ook de aanwezigheid van water is een vereiste bij de meeste bacteriën en schimmels. Door te conserveren verwijder je een of meerdere levensvoorwaarden van de bacteriën en schimmels.

Conserveren2

Conserveren door te verwarmen.

Gepasteuriseerde melk en melkproducten zijn kort verhit, rond de 72°C Hierbij worden niet alle bacteriën gedood, omdat veel bacteriën in staat zijn om een hittewerend schild te produceren. Als na pasteuriseren de temperatuur van de melk weer daalt komen de sluimerende bacteriën weer tot leven. Daarom blijven gepasteuriseerde producten niet heel lang goed en moeten ze in de koelkast bewaard worden.

Steriliseren en pasteuriseren

Bij sterilisatie worden alle bacteriën gedood door het product tot een temperatuur tussen de 90 en 120 °C te verwarmen. Bacteriën zijn niet in staat een schild te vormen wat ze tegen zulke hoge temperaturen kan beschermen. Na steriliseren wordt het product luchtdicht verpakt zodat er verder geen bacteriën meer bij het product kunnen komen. Daarom is gesteriliseerde melk lang houdbaar en staat het buiten het koelvak in de winkel. Het sterke verhitten voor langere tijd zorgt ervoor dat de melk een afwijkende smaak krijgt.

 

Conserveringstechnieken