De krockeend
Volgens de evolutionisten is al het leven op aarde onstaan uit een gemeenschappelijke ouder. De eerste levende organismen op aarde zijn volgens de evolutionisten de bacteriën zonder kern. De pro-caryoten. Uit deze primitieve levensvorm zijn alle andere organismen geëvolueerd. Soorten ontstaan dus uit andere soorten. Deze les gaat over de voorwaarden waaronder uit een soort een andere soort kan ontstaan. Maar voordat we gaan kijken naar het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk om eerst even een groot misverstand uit de wereld te helpen. Laten we dat doen aan de hand van de onderstaande afstammingslijn.
In deze afstammingslijn van de vroege gewervelden is te zien dat de eend en de krokodil een aantal gemeenschappelijke voorouders hebben gehad. De meest recente gemeenschappelijke voorouders van krokodil en eend is omcirkeld (MRGV). Grote vraag is natuurlijk: hoe heeft deze meest recente voorouder eruit gezien? Aannemelijk is het te denken dat deze MRGV een gewervelde was met een huid van droge schubben. Liep op vier poten. Zich voortplantte met eieren met een leerachtige schaal, en adem haalde met longen. Deze MRGV had nog geen veren of vleugels. Deze ontwikkeling kwam pas later op gang. Misschien heeft deze voorouder iets meer geleken op een krokodil dan op een vogel, maar zij heeft er zeker niet zo uitgezien als de crockeend op de afbeelding.
Soortenvorming
Wil een nieuwe soort ontstaan uit een andere soort, dan moet een deel van de originele populatie:
- Langdurig geïsoleerd raken van het andere deel van de populatie
- Terechtkomen in een ander milieu, wat andere eisen aan het individu stelt
- Er moeten mutaties plaatsvinden in het DNA
Hoe langer de soort van elkaar gescheiden leeft, des te groter de verschillen in het DNA worden. Na verloop van tijd zijn de genetische verschillen zo groot geworden dat:
- Er geen samenwerking meer is tussen het DNA. Zaadcel-DNA kan niet meer samen met eicel-DNA een zygote vormen
- De gedragingen zoveel van elkaar verschillen, dat de individuen elkaar niet meer begrijpen.
Dit filmpje is gemaakt door: de Galerij van de Evolutie in het Museum voor Natuurwetenschappen (Belgie)
Divergentie.
Uit het gewldige bovenstaande filmpje blijkt dat door langdurige scheiding twee nieuwe soorten kunnen onstaan. Deze divergentie is een langzaam geleidelijk proces. Heden ten dagen zijn soorten bezig zijn van elkaar te vervreemden. Het paard en de ezel zijn daar een mooi voorbeeld van. Beide zijn lang geleden uit een gemeenschappelijke voorouder ontstaan. Er is nog wel een samenwerking mogelijk tussen het DNA van beide soorten, maar de communicatie is niet meer optimaal. Een eicel van het paard kan nog wel versmelten met een zaadcel van de ezel. Er onstaat zelfs nog nageslacht. Dit nageslacht kan zich echter niet meer voortplanten. Een muildier is een kruising tussen een paardenmerrie (vrouwtje) (Equus caballus) en een ezelhengst (man) (Equus assinus). De divergentie is al zo ver gevorderd dat paard en ezel niet meer tot dezelfde soort behoren, maar nog wel tot dezelfde geslacht (equus). De divergentie tussen de Afrikaanse olifant en de Indische olifant is in vergelijking tot de divergentie van het paard en de ezel veel langer geleden begonnen. Deze organismen zijn door deze lange periode van scheiding zo ver veranderd ten opzichte van elkaar dat ze niet alleen tot een andere soort behoren, maar zelfs tot andere geslachten. Divergentie speelt op het moment nu ook tussen de hond en de wolf. Alleen is deze divergentie pas kort geleden begonnen. De huidige honden (rassen) stammen allemaal af van de wolf. De wolf en alle andere honden(rassen) zijn onderling moeiteloos kruisbaar, en leveren altijd vruchtbare nakomelingen op. Alle honden en de wolf behoren dus nog tot eenzelfde geslacht (Canis) en dezelfde soort (lupus).
De binaire naam zegt niet alleen vaak iets over de eigenschappen van het betreffende organisme, maar uit de binaire naam kan je ook de verwantschap afleiden. Deze verwantschappen zijn goed te zien in de berenafbeelding van hier onder. De binaire naam is namelijk opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel, geschreven met een hoofdletter geeft aan tot welk geslacht het betreffende dier behoort. Het tweede deel van de binaire naam, geschreven met een kleine letter geeft aan tot welke soort het dier behoort. Een eventuele derde naam geeft het ras aan. In de afbeelding hieronder is te zien dat de bruine beer en de grizzly beer eenzelfde geslachtsnaam en soortnaam hebben. Ze behoren dus beide tot eenzelfde soort. Ze kunnen dus onderling voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen. Het verschil tussen de bruine beer en de grizzly zit ‘m dus in het ras. Het zijn dezelfde soorten, maar een ander ras (zie alle honden hierboven).
De bruine beer en de ijsbeer behoren wel beide tot het zelfde geslacht (Ursus), maar zijn andere soorten. De bruine beer is een arctos en de ijsbeer is een maritimus. Er is dus een behoorlijke verwantschap, maar ze kunnen echter niet meer voortplanten. Het zijn andere soorten.
De genetische verschillen tussen de bruine beer en bijvoorbeeld de grote panda is weer groter. Ze behoren niet tot hetzelfde geslacht en dus ook zeker niet tot dezelfde soort. Ze behoren beide echter wel tot dezelfde familie. De familie van de Ursidae. De beerachtigen.
In de bovenstaande afbeeldingen staan op de splitsingen steeds de meest recente gemeenschappelijke voorouder (MRGV). Deze MRGV is de voorouder van meer of minder verschillende soorten. De MRGV staat op dat kruispunt en krijgt twee kinderen die ongeveer genetisch gelijk zijn aan ma en zeker tot dezelfde soort behoren. Echter beide kinderen gaan elk hun eigen weg. Gaandeweg de reis krijgen beide kinderen en hun nageslachten te maken met specifieke selectiedruk. Deze selectiedruk stelt aan beide kinderen en hun kinderen specifieke eisen. Onder invloed van de selectiedruk zullen er na duizenden generaties nieuwe soorten ontstaan.
Kruising tussen paard en ezel.
Een muilezel is het jong van een ezelin (ezelsvrouw) en een paardenhengst (man). De twee combinaties geven ieder een ander dier. Van deze twee zijn de muildieren het makkelijkst te fokken. Zowel het muildier als de muilezel heeft geen pluim aan de staart, maar bezit een paardenstaart. Het muildier lijkt in kleur gewoonlijk op een paard, maar heeft de stem van een ezel. De dieren zijn bijna altijd onvruchtbaar.Paard en ezel zijn al redelijk lang van elkaar gescheiden. We kunnen zeggen dat uit de gemeenschappelijke voorouder van paard en ezel twee nieuwe soorten zijn ontstaan.
Kruising tussen wolf en hond.
Om het principe van soortvorming beter te begrijpen is het ook interessant om eens te kijken naar de hedendaagse honden. Alle moderne honden zijn directe afstammeling van de wolf. Het recentste onderzoek plaatst de domesticatie van de hond in het verre oosten, van 14.000 – 15.000 jaar geleden. Oudere schattingen gingen uit van een begin van de domesticatie rond 40.000-100.000 jaar geleden. De vraag is hoe en waarom de wolf tot huishond werd (Canis lupus familiaris). In de late laatste ijstijd veranderden de leefomstandigheden van de mens. De dominante bestaanswijze veranderde van nomade (jager/verzamelaar) in boer, waardoor mensen lange tijd op dezelfde plaats bleven. De ‘wilde honden’ (lees de wolf) begonnen in deze tijd de nabijheid van de mens op te zoeken en van hun afval te leven. Er kan kan dus sprake zijn van coëvolutie waarbij de wolf baat had bij de mens en de mens ook het nut wel in zag van deze wolf. Hoewel de schattingen uiteenlopen over het startpunt van deze domesticatie, is het hoe dan ook op evolutionaire schaal erg kort geleden dat een groepje wolven zich afscheidde van de wolvenpopulatie en ging samenleven met de mens. De mens heeft in duizenden jaren domesticatie de wolf omgetoverd tot alle moderne honden die heden ten dage op aarde rondlopen. De wolf en alle honden op aarde behoren tot dezelfde soort en zijn nog onderling kruisbaar. Hun wegen zijn pas kortgeleden gescheiden, er is nog een goede match tussen DNA en gedrag. Ondanks de overeenkomsten in DNA is het gedrag van hond verschillend aan dat van de wolf. Honden kunnen makkelijk wennen aan mensen, terwijl wolven juist heel moeilijk kunnen wennen aan mensen. Voor wetenschappers is dit gedragsverschil tussen hond en wolf nog steeds een raadsel.
Voor de liefhebber die er geen genoeg van kan krijgen , of voor degene die het principe van soortenvorming nog niet helemaal begrijpt, hieronder nog een citaat uit het boek van Richard Dawkins “Het grootste spektakel ter wereld”. Veel leesplezier.